De tegenwoordige situatie aan de Heerenweg. Hetzelfde huis als op de foto op pag. 80. Op de voorgrond lag vroeger de trambaan naar Van Ewijcksluis. Het gerestaureerde wachthuisje staat iets verder naar links (buiten beeld), (foto K. Otter) we' molen aan de hand. Waar schijnlijk was hij oorspronkelijk geen houtzaagmolen geweest en werd hij inwendig nooit volledig af gebouwd zoals zijn voorganger. In de Verslagen van de Toestand der Gemeente Barsingerhorn van de jaren na 1874 was steeds sprake van slechts 1 man personeel, het geen voor een zaagmolen niet nor maal is. In 1886 werden dat er twee en in 1891 vier. Het wekt op zin minst de indruk dat de molen nooit echt als volwaardige zaagmo len in gebruik is geweest. Uit de leggers van het kadaster blijkt tenslotte dat deze molen in 1896 werd gesloopt. Jan Levendig, timmerman en mo lenmaker te Dirkshorn Jan Levendig sloot op 26 november 1898 een erfpachtovereenkomst met Jan Marie Gülcher, grondeige naar te 's Gravenhage en Jan Cor- nelis Gülcher, grondeigenaar te Hilversum, betreffende een perceel weiland in Egmond aan de Hoef, kadastraal bekend onder Sectie A, nummer 617, gelegen aan de Eg- monderstraatweg. Hij kreeg het stuk grond in erfpacht voor 30,= per jaar. Egmond aan de Hoef had lange tijd een korenmolen gehad. Deze mo len stond midden in het dorp, maar ging helaas omstreeks 1890 door brand verloren. Het bleek de bedoeling van Leven dig te zijn op de gepachte grond een 'nieuwe' korenmolen te bou wen. Op 12 april 1898 verzocht hij Burgemeester en Wethouders om toestemming tot het oprichten en in werking brengen van een koren molen op het genoemde perceel. De afhandeling van een dergelijk verzoek was intussen enigszins ge wijzigd door de invoering van de Hinderwet in 1875. Het Gemeente bestuur diende nu het verzoek door te sturen naar de Inspecteur van den Arbeid in de 4e Arbeidsinspec tie te Amsterdam. Tevens was voor geschreven dat er een openbare kennisgeving in de gemeente dien de plaats te vinden en een proces verbaal te worden nagezonden aan de genoemde Inspecteur, waaruit moest blijken dat de plaatselijke be volking geen bezwaar had tegen de komst van de molen. Het is verba zingwekkend dat deze hele procedu re in slechts drie weken werd afge werkt, want Jan Levendig ontving de gevraagde vergunning al op 3 mei 1898. De molen die hij ging opbou wen was de in 1896 gesloopte mo len van Dirk Spaans uit Barsinger horn. De onderdelen van de molen werden op drie dekschuiten naar Egmond aan de Hoef gebracht. Verplaatsing naar Egmond aan de Hoef Jan Levendig was niet van plan zelf met de molen te gaan malen. Hij had inmiddels gesproken met Ja- cob Berkhout, een molenaars knecht uit Andijk, en deze gevraagd of hij misschien eigenaar zou wil len worden van een houtzaagmolen uit Barsingerhorn die in Egmond aan de Hoef als korenmolen zou worden opgebouwd. Berkhout had daar wel oren naar. Deze laatste informatie is uit mon delinge overlevering binnen de fa milie Berkhout opgetekend. In een aantal krantenartikelen werd in de loop der jaren over de 'molen van Berkhout' geschreven. In bijna al deze artikelen wordt gesproken over Schagen als plaats van her komst en in een enkel artikel dat de molen daar in 1874 zou zijn ver brand en vervolgens weer opge bouwd. Een belangrijke bron van informatie wordt gevormd door de aantekeningen die de eerder ge noemde Gerrit Keunen van de Rijksdienst van Monumentenzorg maakte tijdens een vraaggesprek dat hij op 9 februari 1979 had met de in 1906 geboren Jacob Berkhout jr., de zoon van de bovengenoemde Jacob Berkhout. Ook hierin wordt gesproken over Schagen en niet over Barsingerhorn. Het lijkt erop dat Berkhout zelf altijd gedacht heeft dat de molen uit Schagen kwam. Afgesproken was dat Jan Levendig de molen eerst bedrijfsklaar zou opleveren en Berkhout hem daarna pas zou kopen. Op 5 juni 1899 werd de molen officieel overgedra gen. De eerste maaldag was 17 juni 1899, de dag waarop Berkhout's zoon Piet werd geboren. De molen was uitgevoerd als bergmolen. Bij de bouw werd hij uitgerust met 81

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 21