De molen gaat naar Den Helder Na de dood van vader Cornelis Ee- cen in 1832 besloten de erfgena men de molen openbaar te verko pen. Notaris S.A. de Moraaz te Alk maar leidde de veiling op 13 en 22 februari 1832 in herberg 'Het Huis te Brederode' te Hoogkarspel. Op 22 februari meldde zich als koper Leendert den Berger uit Den Hel Kadastrale kaart van de bocht in het Heldersch kanaal (Den Helder sectie A) waarop "De Onderneming" en "De Eendragt" staan aangegeven. (Kadaster Alkmaar; bewerkt door F. Müller) Van "De Onderneming" bestaat - voor zover mij bekend - geen afbeelding; van meel- en trasmolen "De Eendragt" wel. Die werd in 1843 aan de binnenbocht van het kanaal gebouwd, tegenover "De Onderneming". Op deze tekening is op de voorgrond nog wel een deel van de balkenhaven en de sleephelling van "De Onderneming" te zien. De tekening is niet gedateerd, maar moet tussen 1843 en 1863 gemaakt zijn. (Rijksarchief Haarlem) der. In de koopakte werd het ge kochte omschreven als 'een hout zaagmolen, het laatst genoemd ge weest 'De Dankbaarheid', zijnde een bovenkruijer getekend nr. 126 (=huisnummer) met daarbij be- hoorende houtloodsen, het erf of het stukje grond waarop al hetzelve is gebouwd, staande en gelegen on der en even buiten de kom der ge meente Schagen aan het einde van de Loet, belend ten Oosten de erve Cornelis Bregman en ten Westen de gemene vaart.' Leendert den Berger betaalde 1430,= voor de molen en 410,= voor de bijbehorende gereedschap pen. Leendert den Berger Den Berger kwam oorspronkelijk van Texel. Hij trouwde op 25 april 1813 in Den Helder met Catherina de Groot afkomstig uit Amsterdam. Hij had als beroep 'geëmployeerde beamte) bij de zeewerken aan de haven van het Nieuwediep' en zijn vrouw was 'négociante' koop vrouw). Toen hij de molen kocht was hij 43 jaar oud en stond te boek als winkelier te Den Helder. Direct nadat hij de molen gekocht had, verzocht Leendert den Berger op 24 februari 1832 de gemeente Den Helder, hem 'de noodige grond' te verpachten 'in de bogt van het kanaal bij het huis van Leeu- wens aan het Nieuwediep tot het plaatsen eener houtzaagmolen en houtlootsen.' Het verzoek werd doorgestuurd naar de Gouverneur van Noord-Holland te Haarlem en nadat deze zijn goed keuring had gegeven, werd het Den Berger toegestaan 'om de door hem gekochte houtzaagmolen te Schagen te amoveeren slopen) en dezelve alhier op te richten.' Hij kreeg de grond in erfpacht tot 1845. Hij kreeg tevens toestemming om een klein deel van het kanaal in de bocht als balkenhaven in te richten, mits de scheepvaart hier geen last van zou ondervinden. Op 5 november 1845, toen de ter- 76

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 16