aan de Haarlemse arts H.C. Moolen-
burgh. Die heeft het verhaal opgeno
men in zijn boek "Engelen als be
schermers en als helpers der mens
heid", gepubliceerd in 1983. Het
boek van Moolenburgh beleefde niet
alleen diverse oplagen, maar is bo
vendien vertaald in het Engels,
Duits, Spaans, Italiaans en Brazili
aans. Zo kreeg "Zalige Breet'ten
slotte internationale bekendheid. Re
centelijk zijn de (bescherm)engelen
weer helemaal "in", onder andere
door de EO-televisie serie "Touched
by an Angel".
Het beroemde, "waar gebeurde"
verhaal van bakker Breet is gauw
verteld. Op een stormachtige, regen
achtige avond wordt Breet wakker
gebeld door een man die hem vraagt
haastig naar Janzenstraat 24 te ko
men, waar de ernstig zieke bewoner
dringend naar Breet gevraagd had.
'Ik kom er aan', zegt Breet en kleedt
zich haastig aan. Toen Breet op pad
ging was de boodschapper inmid
dels verdwenen. Om in de Janzen
straat te komen moest hij een over
de Steengracht gelegen brug passe
ren. Aangekomen in de achter deze
gracht gelegen Janzenstraat belde hij
aan op nr. 24. De bewoner van dit
huis echter wist van geen ernstige
zieke. Er zat voor Breet niet anders
op dan, evenals de wat boze bewoner
van Janzenstraat 24, zijn bed weer
op te zoeken.
Ongeveer twintig jaar later wordt
Breet in zijn winkel opgezocht door
een man, die het volgende aan hem
vertelt: 'Herinnert u zich nog dat u
ooit, zo'n twintig jaar geleden, in de
nacht het verzoek kreeg naar een
ernstig zieke in de Janzenstraat te
gaan?' Ja, dat wist Breet nog wel.
'Welnu', zei de man, 'ik was de man
die u stuurde. Ik haatte u zo grondig
dat ik met een vriend had afgespro
ken u te verdrinken. We lokten u
naar een adres aan de overkant van
de brug over de Steengracht. Wij la
gen daar te wachten om u in het wa
ter te gooien. Maar toen u met z'n
drieën kwam, hadden we daarvoor
geen moed. Aan iedere kant van u
liep een metgezel.'
'Nee hoor', zei Breet, 'ik was de
hele weg alleen.'
'Mijn vriend en ik zagen duidelijk
aan beide kanten van u iemand
meelopen.'
'Dan heeft de Heer zijn engelen ge
stuurd om mij te bewaren', zei
Breet met grote dankbaarheid. De
bezoeker vertelde voorts dat hij
door het lezen van het Nieuwe Tes
tament tot bekering was gekomen
en de behoefte gevoelde alles op te
biechten.
Gods voorzienigheid
Breet had natuurlijk gewoon tegen
de man kunnen zeggen: jullie had
den kennelijk vooraf zóveel gezopen
dat jullie driedubbel zagen. Maar dat
kwam waarschijnlijk niet eens in
hem op. Wie, zoals hij, gelooft dat
God actief in het persoonlijk leven
van aardse stervelingen betrokken is
ziet in zo'n gebeuren Gods werkza
me voorzienigheid. En daarmee
stond Breet in een lange traditie. In
een onlangs verschenen boek "De
engelenwacht" van de aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam verbon
den historicus dr. F. van Lieberg,
wordt begonnen met letterlijk het
zelfde verhaal over de beroemde do
minee Bernardus Smytegelt, predi
kant te Middelburg van 1695 tot
1735. Het "Smytegelt bruggetje" is
helaas (in 1959) afgebroken, evenals
't bruggetje van Breet over de Steen
gracht. Maar het verhaal over de ge
liefde volksprediker die door enkele
"ruwe varensgasten" te water ge
smeten zou worden, kennen ze in
Middelburg nog wel. Soortgelijk ver
halen zijn overigens ook vanuit
Duitsland, Engeland en uiteraard de
Verenigde Staten overbekend. En
niet alleen over bruggetjes, getuige
de titel van een in 1737 in ons land
verschenen, uit het Engels vertaal
de verhalenbundel:
"spiegel van Gods werkzame voor
zienigheid, vertoonde allerhande
merkwaardige gevallen als wonder
bare bekeeringe, miraculeus gene-
zinge, zeldzame reddingen en be
houdingen, waarschuwingen door
droomen, belooningen van mildda
digheid, oordelen en straffen en
godloozen, voorspellingen van toe
komende zaken enz."
Nou ja, wonderverhalen genoeg. De
christelijke Middeleeuwen hebben
op 't punt van engelenverhalen (of
het ingrijpen van Maria, de moeder
van Jezus) een rijke traditie. Zelfs
de bijbel spreekt ervan o.a. in het
overbekende verhaal van Daniël in
de leeuwenkuil en dat van zijn
vrienden in de "vurige oven".
Beschermengelen
De laatste decennia zijn de 'be
schermengelen' weer helemaal te
rug in verhalen van bijna aangeran
de meisjes. Op de vraag aan de
'boef, waarom hij op het allerlaatst
had afgezien van de aanranding (of
moord) luidt dan het stereotype
antwoord: 'Denk je dat ik gek ben?
Denk je dat ik haar zou aanvallen
met twee zulke grote kerels bij
haar?'
Beschermengelen hoeven dus geen
'lichtende' figuren te zijn, zelfs
geen 'grote kerels'. Dieren kan ook,
denk maar aan de leeuwen van Da
niël, de raven van Elia of de beren
van Elisa uit de bijbel. Het kunnen
zelfs 'natuurverschijnselen' zijn.
Hendrik Kraak, de 'geestelijke na
zaat' van Cornelis Breet, die decen
nia lang als lekenprediker voorging
in het Maranathakerkje, het evan
gelisatiegebouw in de Vijzelstraat,
vertelde ooit het verhaal van de
man die vluchtte voor de 'Grüne
Polizei'. 'God bedekte hem met een
slip van Zijn mantel', een mooie
manier van zeggen dat de opko
mende mist vanuit zee de man ont
trok aan het zicht van zijn vervol
gers
Jan T. Bremer
70