De eerste steenlegging van de Christelijk Gereformeerde kerk
aan de Steengracht
De redactie ontving van de heer C. Kamp te Corinchem onderstaande
brief die zijn grootvader Lambert Kamp (1870-1938), handelaar in thee
aan de Kanaalweg 168 schreef aan zijn zoon Martien Kamp (1896-1975),
onderwijzer in Den Haag. Martien Kamp was een broer van Teunis
Kamp (1899-1972), die aan de Rijkswerf (1919-1929) en later aan het
Ministerie van Marine in Den Haag een betrekking had en de vader was
van de heer C. Kamp. Omdat vermoedelijk veel lezers niet weten hoe
dat nu eigenlijk zit met de geschiedenis van de Christelijk Gereformeer
de kerk in Den Helder heeft een van de redactieleden daar in deze afle
vering twee artikelen aan gewijd.
Brief van Opa Lambert Kamp aan
zijn zoon Martien Kamp. Het was
nog mobilisatietijd (eerste wereld
oorlog) in Nederland en veel was op
de bon (levensmiddelen, tabak, etc.)
Martien (22 jaar) was toen onder
wijzer in den Haag.
den Helder, 5 juni 1918 (do)
Geliefde Maarten
Wij kunnen je melden door Gods
zegen allen frisch en gezond te
zijn. Onze hartelijke dank voor je
brief van j.1. Zaterdag. Het spijt ons
heel erg dat het juffr. Barger zoo
slecht naar den zin gaat, maar zoo
heeft dan ieder zijn moeilijke tijden
door te maken. Het leven is vol
moeilijkheden en dat wel van aller
lei aard. De een heeft teveel werk
en een ander heeft te weinig. De
een heeft geen rust omdat hij te rijk
is en een ander heeft geen rust om
dat hij te arm is. En zoo zou ik kun
nen voortgaan. Gelukkig maar die
gene die vergenoegd is met hetgeen
hij heeft. Dezulke worden er helaas
niet veel gevonden. Alle menschen
jagen naar meer. Nu genoeg daar
van.
Zooals je wellicht in de groote bla
den zal hebben gelezen heeft don
derdag 30 Mei j.1. de eerste steen
legging voor een nieuw kerkge
bouw der Chr. Geref. Gemeente te
den Helder plaats gehad. Het was
een zeer drukke dag. Van hier en
elders dromden de menschen teza
men om van deze plechtigheid ge
tuigen te zijn. Het geheele terrein
was vroegtijdig afgezet, niet door
Politie of Soldaten maar door een
hooge schutting. Aan C. Bruin was
opgedragen zooveel mogelijk de
orde te bewaren.
Tegen drie uur zou de Kerkeraad
zich ten huize van broeder Riekwel
vereenigen om dan onder Com
mandant Adjudant van Heuvel
naar het bouwterrein te marschee-
ren. Dat ging uitstekend. Op de
plaats van bestemming (alwaar de
Nederlandsche driekleur wapperde)
werden wij opgewacht door een
groote schare belangstellenden met
den heer opzichter Visser aan het
hoofd, je kan wel nagaan dat de mi
litaire macht heel wat indruk maak
te.
Het terrein was heel wat opge
ruimd en een aantal stoelen neerge
zet voor vermoeide vrouwen. De be
langstelling viel ons best mee, er
waren zoo ongeveer een 60 men
schen en buiten de schutting moe
ten er nog even zooveel gestaan
hebben.
Volgens kerkeraadsbesluit zou een
der ouderlingen het eerst het woord
voeren Klokslag 3 werd dan ook de
stilte verbroken door het aanheffen
van Psalm 103:1 en werd het hier
navolgende door een der ouderlin
gen gezegd:
Het is een plechtige Ure, want wij
zijn niet saamgekomen om een al
taar op te richten en dat straks te
wijden aan den afgod dezer eeuw,
maar om getuigen te zijn van de
eerste steenlegging voor een nieuw
kerkgebouw om dat straks te wij
den aan jehova, de God des He
mels en der aarde van Wien de
dichter in Ps. 19 getuigd: Het rui
me hemelrond, vertelt met blijde
mond, Gods eer en heerlijkheid,
enz.
Het is een plechtige Ure omdat we
ook thans herinnerd worden aan de
strijd en moeite welke ook wij als
kleine gemeente in de loop der ja
ren alhier te doorworstelen gehad
hebben. Maar wij worden ook te
vens herinnerd aan de weldaden
des Heeren, welke wij onder strijd
en moeite hebben ervaren, want de
Heere heeft ook hier onder ons den
arbeid willen zegenen en ziende op
dat alles, mogen ook wij met den
Apostel getuigen: Den hulpe van
God verkregen hebbende staan wij
tot op deze dag.
Daarom hebben wij ook thans alle
vrijmoedigheid om de Weleerwaar
de Heer Ds. Molenaar uit te noodi-
gen aan de opdracht des kerkeraads
te voldoen n.1. om de eerste steen
van dit te bouwen kerkgebouw neer
te leggen ter plaatse waar deze be-
92