Het bevaarbaar maken van de Zaan voor zeeschepen: ook in het belang van Den Helder In maart 1795 - nog geen twee maanden nadat ons land door de Fransen onder de voet was gelo pen - dienden gedeputeerden van Oost- en Westzaan, onder aanvoe ring van koopman Adriaan Rogge, te Den Haag een voorstel in om de vaste brug over de Grote Sluis in de Hogedam tussen Zaan en IJ te vervangen door een ophaalbrug, waardoor schepen de sluis voor taan 'met staande mast' zouden kunnen passeren. Ze voerden aan dat ruim 3/4 van alle scheepvaart verkeer in en uit het Noorderkwar tier via deze sluis ging. Het moe ten strijken van de mast gaf tel kens oponthoud. De sluis was eigendom van het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche en Duinen tot Pet ten. Hij was eind 1547 in gebruik genomen om de materialen die no dig waren voor de instandhouding van de Hondsbossche zeewering, zoals hout, rijs en schorrestenen, "aldaer commodieuselijck te moogen voeren". Voorheen moes ten die materialen overzee worden aangevoerd. Vanuit de Zuidelijke Nederlanden voeren schepen met stenen uit bijvoorbeeld Vilvoorde via de grote binnenvaartroute door het Zuiderkwartier en kwamen bij Spaarndam in het IJ. Daarna moesten ze buitenom via de Zui derzee en door de sluis te Edam om de binnenwateren van het Noorder kwartier te bereiken, met als eind doel Petten. Dat was een lange, ris kante en dus kostbare omweg. De nieuwe, stenen sluis was een enorme verbetering. Met een wijdte van ruim vijf en een lengte van punt tot punt van tegen de zesen twintig meter, vormde hij vanaf dat moment de voornaamste toegangs poort tot het Noorderkwartier. De sluis was echter overwelfd. Daar door moesten schepen die wilden doorschutten eerst hun mast strij ken. In 1722 werd de sluis vervan gen; het verwulfsel werd weliswaar afgebroken, maar vervangen door een vaste brug, waardoor passeren de schepen dus toch nog hun mast moesten strijken. Dat kostte niet al leen tijd, maar leverde ook gevaar op als mast en tuigage ongecontro leerd naar beneden kwamen. Wat nog al eens gebeurde! In september 1795 werd door de Provisionele Representanten van het Bataafse Volk gedecreteerd dat de vaste brug moest worden vervan gen door ophaalbrug. Maar er ge beurde niets. De Hondsbossche twijfelde aan de noodzaak en zag op tegen de hoge kosten. Immers, als de verandering het algemeen belang diende, was het onbillijk alleen de ingelanden van de Hondsbossche daar voor te laten opdraaien. Nadat een teleurgestelde Adriaan Rogge zijn voorstel in juli 1797 op nieuw had ingediend, nu bij het Provinciaal Bestuur, werd een com missie ingesteld om de bezwaren van het hoogheemraadschap nader te onderzoeken. De commissie schatte de totale kosten op ten hoogste/. 5000:- en meende dat die som er binnen 10 a 15 jaar "zoo niet zeker, ten minsten hoogwaar- schynlyk" weer zou uitkomen. Dat kon worden gerealiseerd door een verhoging van het schutgeld voor schepen die hun masten niet, of slechts met veel moeite en gevaar konden strijken en door het schut geld van de zeeschepen die nu via de Zuiderzee naar Texel en Den Helder voeren en straks dank zij de ophaalbrug binnendoor konden. Als de Provincie akkoord ging kon het werk vrijwel meteen van start gaan, want er was al een bestek. De commissie wees vervolgens op nut en noodzaak van de verandering door er op te wijzen dat de situ atie van de Rivier de Zaan allervoor- deligst is voor het openen eener ge- maklyke en veilige Binnenvaart door de Stad Alkmaar; tot, en door de Oude Sluis, aan 't einde der Zype, in Zee, naby de Helder en de Reede van Texel: want indien over de groote Sluis te Zaandam een op haalbrug gemaakt wordt, zo kun nen alle Vaartuigen met staande masten en 18 Amsteldamsche voe ten wyd; na, en door Alkmaar vaar- en: Hierdoor zal de Commercie, Navigatie en Marine eene veilige en spoedige weg bekomen vooral in het Voorjaar, Najaar en in den Win ter, om Koopmans Goederen, om Geschut en Ammunitie, en in 't kort om alles, binnen door, tot aan gemelde Oude Sluis te bekomen; zonder gevaar te loopen van door storm of contrariewind, onder Urk, de Vlieter, of onder Wieringen schade te lyden, opgehouden te worden, of te vergaan, verscheidene vlottende Houtwaaren, als Masten, Balken, Pomphouten, als anders zins, die de Marine thans met groote kosten, in Ligters na het Nieuwe Diep moet doen brengen, zullen veilig, gemaklyk, spoedig en onkostelyk aan en door de gemelde Oude Sluis gevoerd worden, en in één of twee getyden, of langs de buiten Gorssen van het Koegras en de Kwelder; of door het Veer, na het 108

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2001 | | pagina 24