52
zien van sleeptrossen en ander sleepgerei kwam
zij ter beschikking van de "Rescue Tug Section"
van de Engelse Admiraliteit. Het schip heeft
een groot aantal schepen, die gebombardeerd,
getorpedeerd of op een mijn waren gelopen,
weten te behouden. Ook in Engeland ontston
den er problemen over de stabiliteit van de
Amsterdam. Toen kapitein de Koe bevel kreeg
om schepen ver op de Atlantische Oceaan hulp
te verlenen protesteerde hij tegen die opdracht.
Na veel aandrang besloot de Admiraliteit de
sleepboot aan een aantal proeven te onderwer
pen. Het resultaat van het onderzoek vind u
hieronder vermeld:
NAVAL MESSAGE
To: From:
F.O.I;.C. Liverpool (R) N.O.I.C.
HOLYHEAD.
D.N.C. BATH 25/7/41
Results of inclining experiment carried out
today in rescue tug Amsterdam indicate that
pending detailed investigation of stability the
following instructions should be complied with.
(A) Not less than sixty tons oil fuel to be retai-
ned on board.
(B) All three ballast tanks to be kept pressed
full.
(C) The vessel should be employed in shelte-
red waters. A sability statement will be issued
in due course.
T/P. P/L. T.O.O. 2011 B/25/7/41
T.O.R. 3211/25
(Noot: de bunkers van de Amsterdam konden
slechts 119 ton olie bergen. Verbruik per dag
bij maximale snelheid 10 ton)
Ondanks al die handicaps heeft de sleepboot
tijdens de oorlog uitstekend werk verricht. Het
schip deed meestal dienst in de Ierse zee en
was in Holyhead gestationeerd.
- juni 1940 lag de sleepboot eerst op station
in Campbeltown, daarna in Holyhead.
- januari en februari 1941 was het schip gesta
tioneerd in Loch Ewe. daarna keerde het in
maart van dat jaar naar Holy-head terug.
- januari 1943 komen we de Amsterdam tegen
in North Shields.
- 8 maart 1943 strandde de sleepboot bij
Redgar Rock maar kwam op eigen kracht
weer vlot.
- februari 1944 treffen we het schip aan in
Harwich en in juni van datzelfde jaar in
Sheemes.
- juni en juli 1944 werd o.a. een aantal cais
sons naar de invasiestranden in Normandië
gesleept en beschadigde schepen naar
Engeland terruggebracht.
- december 1944 is de sleepboot werkzaam
op de Schelde. Nadat in Londen een aantal
reparaties was uitgevoerd keerde de
Amsterdam in augustus 1945 naar
Nederland terug.
Eén van de schepen die door de IJmuider sleep
boot kon worden behouden was de Engelse tan
ker Lucellum. De Lucellum, een in 1938
gebouwd schip van 9425 ton, werd op 19
december 1941 in de Ierse zee door Duitse
vliegtuigen in brand gebombardeerd. Het schip,
dat deel uitmaakte van konvooi BB 13 was gela
den met olie en benzine.
Kapitein de Koe van de Amsterdam en de com
mandant van de Nederlandse mijnenveger
Libra, de ltz 2 KMR J. Alenson, kregen
opdracht de tanker hulp te verlenen. De
Amsterdam en de Libra (de ex IJmuider traw
ler IJM 98) lagen beiden in Holyhead afge
meerd. Volgens de Duty Staff Officer in Holy
head stond de Lucellum van voor tot achter in
lichterlaaie en waren er voortdurend ont
ploffingen op het achterschip door exploderen
de munitie. Het schip dreef 12 mijl ten noord
westen van Bardsey Island rond. De beman
ning was door een escorteschip van het kon
vooi van boord gehaald. De Libra, die niet met
brandblusmateriaal was uitgerust, kreeg in
Holyhead van de brandweer twee motorpom-
pen met de benodigde slangen. Bovendien gin
gen zeven leden van de plaatselijke brandweer,
die het vuur aan boord van de tanker moesten
bestrijden, met de mijnenveger mee.