M-r-y
een en al edelmoedigheid. Een wel erg fraai
verhaal wordt breed uitgemeten door meester
D. Dekker, waarvan hieronder enkele frag
menten: "Twee dagen en twee nachten hebben
de vier mannen, die ge ginds in dat kleine boot
je ziet, reeds op zee rondgezworven, zonder
hun doel, iets voor hun talrijk gezin te verdie
nen. te bereiken. Het zijn sloeperlieden, die hier
rondzwerven op hoop eenig schip te zien nade
ren, waaraan zij, bij het binnenkomen, assis
tentie zouden kunnen verleenen.
- 't Weder is koud; regenvlagen hebben bij
afwisseling gewoed en de klederen dier man
nen doorweekt, terwijl de levensmiddelen, door
hen medegenomen, reeds zijn opgeteerd.
- Ontmoedigd, als ze zijn, door den ongunsti-
gen uitslag hunner pogingen, beraadslagen zij
of men den steven strandwaarts zal wenden,
ten einde in hun schamele woningen rust na
vermoeienis en spijze ter versterking des
lichaams te zoeken". Langen tijd roeien zij
zwijgend voort. - "Een zeil, een zeil!" roept
eensklaps een der sloeperlieden uit, en waar
lijk hij had de ontdekking gedaan dat een schip
naderde. - Nu met verdubbelde kracht geroeid,
om het vaartuig te bereiken, want ook andere
bootsgezellen zouden zich in de nabijheid kun
nen bevinden met hetzelfde doel. Ijverig wordt
door de mannen gewerkt om het schip, dat
inmiddels door goeden wind begunstigd, met
snelheid zijne bestemming nadert, te bereiken.
- Zij slagen er in den driemaster op zij te schie
ten niet alleen, maar mogen zich verheugen dat
hun aanbod, om bij het binnenvallen te assi
steren, wordt aangenomen.
- In afwachting dat hunne diensten zullen
gevorderd worden, drentelen zij op het dek van
het schip rond, en half uitgehongerd als ze zijn,
slaan ze begeerige blikken op het overschot van
den maaltijd, door den jongen uit het logies
van het volk naar de kombuis gedragen.
- De scheepskok, die hun begeerte weldra
opmerkt, voegt hun toe: "Welnu kraaien!
(Gewone bijnaam, die men gewoonlijk aan de
Heldersche en Huisduiner sloeperlieden geeft)
trek om te schaften?"
- Met vreugde en dankbaarheid wordt dit aan
bod begroet, worden de toebereidselen tot den
maaltijd gemaakt; - Daar verschijnt de scheeps
kok opnieuw, neemt de balie, waarin zich de
voor de arme lieden, vooral op dit moment,
zoo begeerlijke spijze bevindt, op, en stort den
inhoud over boord onder de uitroep: "Neen,
kraaien! ik wil de krabben niet te kort doen!!"
"Het schip is inmiddels in 't Nieuwe-Diep aan
gekomen en naast een ander fregat, door de
assistentie der sloeperlieden vastgemeerd. - Het
loon is door hen ontvangen, zij zijn op het punt
omn huiswaarts te keeren. Daar klinkt hun eens
klaps de noodkreet: "Help! Help!" in de oren.
- Een schepeling is in het diep gevallen. Daar
hoort men ten tweede male een plomp in 't
water; - een der sloeperlieden springt den ver
ongelukte na, hij worstelt met den vloed, doch
na eenige inspanning gelukt het hem den dren
keling te grijpen, en redder en geredden bevin
den zich weldra in veiligheid.
- Het was Comelis Dito, die de daad volvoerd
had en de man, wiens leven hun behielde, was
dezelfde scheepskok, die hem en zijn makkers
zoo vreeselijk gegriefd, die hem zulk een
onmenselijke behandeling had aangedaan".
Het is niet waarschijnlijk dat Dekker dit ver
haal verzonnen heeft, want bij de vroegtijdige
dood van Dito wordt in een overzicht van zijn
belangrijkste daden in de krant ook dit feit nog
weer genoemd. In dat zelfde overzicht wordt
ook nog melding gemaakt van de redding van
"een knaapje dat in de haven gevallen was" en
het "met levensgevaar redden van een zijner
kameraden, S. Kramer, op de reede van Texel."
15). Nadere bijzonderheden worden echter niet
gegeven. Uit het overlijdensbericht in dezelfde
krant blijkt dat Comelis Dito op 19 februari
1886 overleed, "na een langdurig doch gedul
dig lijden na voorzien te zijn van de Sacra
menten der stervenden". Er wordt door de heren
L. Vermeulen en H. Hanekroot een commissie
gevormd ten einde een passend grafmonument
op de eeuwenoude begraafplaats te Huisduinen
voor deze zeeheld te kunnen oprichten.
Besloten wordt ondermeer het door D. Dekker
geschreven levensverhaal opnieuw uit te geven