'ten
naderhand het getal der "bevoegde leden van de Zeevarende
Buul weder toenemende tot vier personen, zal het bestuur
aan deze moeten overgaan, doch dezelve alsdan verantwoor
delijk zi.jn aan het plaatselijk bestuur alsvoren, tot zo
lang het getal der Zeevarende Buulsleden tot zes bevoegde
personen vermeerderd zal zijn enz.."
moge echter duidelijk blijken dat de leden van 1810 wel degelijk
een verantwoording door administrateur en secretaris voor ogen
heeft gestaan.
Be huidige situatie zou ik danook willen schetsen als "een
toestand, die door de leden van 1810 bij het verleiden van het
testament redelijkerwijs niet kan zijn gewild."
Be Zeevarende Buul moet in 1634 zijn opgericht en in 1649
door onderlinge onenigheid in een viertal groepen zijn uiteenge
gaan. Een hiervan is de onderhavige Buul.
In 1810 hebben een achttal personen, zich noemende: "de thans
nDg enige in leven zijnde leden van het Ponds", kennelijk inziende
dat wijzigingen geboden waren, bij testament wijzigingen aange-
bracht.
Ook thans is weer zo'n historisch ogenblik aangebroken dat
verandering van de richtlijnen, die voor hierbedoelde Buul gelden,
dringend noodzakelijk is.
Voor de tegenwoordige beheerders ligt hier derhalve een taak.
Hu mij uit een op 10 juli 1958 door de Rijkspolitie te Beem-
ster uitgebracht rapport is gebleken dat een juist begrip voor
wijziging der statuten van de Zeevarende Buul te West-Graftdijk
onder de tegenwoordige beheerders niet, althans onvoldoende, aan
wezig is, meen ik mij tot U te moeten wenden met verzoek terzake
wel Uw medewerking te verlenen.
Zo nodig, ben ik tot een bespreking van het hier te berde
gebrachte gaarne bereid.
Be Officier van Justitie
Hoofd van het arrondissementsparket;
(Jhr. Mr. A. Reigersman)
Ten slotte
In 1810 is bij testament de bestuursvorm
en verantwoordelijkheid omschreven. Het
bestuur moest door minimaal vijf bekwa
me personen worden gevormd. Indien het
aantal tot vier bestuursleden was vermin
derd, diende de jaarrekening door leden
van het plaatselijk bestuur van West-Graft-
dijk (lees gemeente Graft), te worden op
gesteld en afgehandeld, zonder dat daar
een vergoeding tegenover stond. Boven
dien zou de gemeente Graft verantwoor
delijk blijven voor de gang van zaken tot
het moment dat het aantal bestuursleden
weer uit zes personen zou bestaan.
Of zich in 1958 een bestuurscrisis heeft
voorgedaan of een controverse tussen het
bestuur van de buidel en het gemeentebe
stuur is helaas niet uit de stukken op te ma-
44