klaar om gemaaid te worden. Men besloot vanuit schuitjes te gaan vissen om zo de boeren niet tegen de haren in te strijken. De heer Polman verzocht de prijsuitreiking om precies twaalf uur te laten plaatsvin den, maar dat werd uiteindelijk 's avonds zeven uur! Men was op die manier een hele zondag met de visclub in de weer. In de notulen van de algemene verga dering van zondag 12 januari 1919 kom ik iets vreemds tegen: de voorzitter opent de vergadering met de herinnering van het 5-jarig bestaan van de vereniging. Omdat dit niet strookt met de oprichtingsdatum van 1911, weet ik niet goed wat ik hiermee aan moet. De visclub vist in deze periode het meest op baars en het staat vast dat men niet vlak bij huis blijft. Stekken zoals de Knollen- dammervaart, de Ringvaart bij Driehuizen, het N-H Kanaal en de Beemsterringvaart vanaf molen De Knevelaer, worden regel matig aangedaan. De twintiger jaren onder de loep Op 8 februari 1920 bezoeken vijftien leden de eerste jaarvergadering in het nieuwe decennium. In bovengenoemd jaar waren er eenenvijftig leden en veertien aspirant leden. Er zijn maar liefst vier bestuursleden die aftredend en herkiesbaar zijn. Deze heren, J. Schouten, F. Rijkes, T. Hoek en W. Spaarman worden allen herkozen en ne men hun benoeming aan. In de volgende vergadering van 22 juli wordt besloten de eerstvolgende zondag aan de Knollen- dammervaart te vissen. Om 04.00 uur 's ochtends verzamelen op de Dam, vissen van 5 tot 8 uur. Als aas worm of garnalen. Te lezen valt: 'De prijsuitdeeling is des savonds om 8 uur in het lokaal van D. van Leeuwen'en even verderop:'Men mag niet pijlen voor er gevloten is'. Ja, taaltechnisch zitten er nog wel wat foutjes in de notulen en soms moest ik een moeilijk leesbaar woord eerst zelf uitspreken om er achter te komen wat men bedoelde. In 1921 vragen de leden of het bestuur wil kijken of'buitenlui' (vaak'Amsterdam mers' genoemd) die hier vissen, wel de juiste vergunningen hebben. Het bestuur vindt dit een zaak voor de politie. Het punt contributieverhoging krijgt geen meerder heid en ook voelt men er weinig voor om geld voor pootvis beschikbaar te stellen. In 1923 wordt er wel vijfentwintig gulden beschikbaar gesteld voor'vischteelt'. Dit is mogelijk hetzelfde als pootvis, maar het wordt niet nader toegelicht. In de vergadering van 19 juni 1924 komt een voorstel aan de orde om de beroeps vissers vijfentwintig gulden steun te ge ven. De leden gaan niet akkoord en stellen een bedrag van tien gulden voor. Dit wordt wèl aangenomen. Op 30 augustus 1925 is er een wedstrijd op het Delft met vrije aaskeuze, en er mag op alles worden gevist, behalve op aal en spiering. Later, in de vergadering, stellen de voorzitter en penningmeester dat er te veel ondermaatse vissen door de le den worden meegenomen en dat dit een slechte zaak is. Ook het niet vlot betalen van de contributie wordt besproken. Be sloten wordt om die leden zo snel moge lijk te 'roeeren', waar waarschijnlijk'royeren' mee bedoeld wordt. Nog even een mooi genotuleerd woord uit de vergadering van 27 augustus 1927: Voor de 'factuuren' van Van Braam werd gekozen.... Bedoeld werd hier: de'vacature'van Van Braam. Nu men soms ook met de auto naar de verder ge legen visstekken gaat, heeft men een 'sjef- feerder' nodig en het kostte me enige tijd voordat ik doorhad dat men hier 'chauf feur'bedoelde. 164

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2012 | | pagina 8