NAJAARSLEZING De boomgaard van mijn vader Woensdag 24 oktober 2012 opende de Noordeinder Vermaning om 20.00 uur haar deuren voor de bioloog Ger Ernsting, die vanuit de 400-jarige Beemster naar Noordeinde was ge komen voor de gebruikelijke najaarslezing van onze vereniging. Hij is (bestuurs)lid van de 'POMoiogische Vereniging Noord-Holland' die het behoud van oude fruitrassen, appels pe ren en pruimen stimuleert, speciaal van hoogstambomen. De vereniging heeft een collec tieboomgaard in Midden-Beemster en één bij de Abdij van Egmond (Binnen). Ger zelf woont aan de Zuiderweg in de Zuidoosthoek van de Beemster, op de plaats waar zijn voorouders een boomgaard hadden. -wm Hij begori met een vergelijking van kunstmatige selectie (selec tie door de mens) met natuur lijke selectie, het mechanisme van evolutie. Er zijn veel overeenkomsten, maar kunstmatige selectie heeft een door de mens gesteld doel, namelijk het krijgen van 'verbe terde' nakomelingen (het zgn. 'veredelings- proces'). Dat was de stap naar het basisgegeven dat appel- en perenrassen niet zaadvast zijn. Pitten van bijvoorbeeld de Notaris appel geven geen Nota risappelen als nakomelingen, ze zullen verschillen en meestal in ongunstige zin. Er wordt geschat dat van 50.000 pitten slechts één pit een waardevol ras zal opleveren. Zo'n verbeterde nakomeling wil je natuur lijk koesteren en vermeerderen en dat gaat door middel van enten, een techniek die al eeuwen wordt bedreven. Er zijn verschil lende manieren van enten. Men knipt b.v. een takje éénjarig hout of een oog (knop) af en die wordt op een onderstam geplakt (plakenten). De onderstam is een zaai ling waarvan de bovenzijde is afgeknipt. Omenten doet men door het gewenste ras bioloog Ger Ernsting te enten op afgezaagde takken van een boom waarvan het ras uit de gra tie is geraakt. Het enten moet zodanig plaatsvinden dat de groeilagen (cambium) op el kaar komen. We bleven in de buurt want, in de tuin van de heer Baas in de Noordeindermeer wer den door een fruitkwe ker mooie goudgele ap pels gevonden. Ooit ontstaan doordat Baas na de oorlog zijn appelpittenverzameling in de tuin van zijn ouders had gezaaid. Een ent van die boom leidde tot een nieuw ras Yellow Boss, met een knipoog naar de heer Baas. Een leuk voorbeeld was het ontstaan van het ras Ambro. Door zomergasten weggegooide klokhuizen kregen naast de fietspaden van Schiermonnikoog de kans te groeien, omdat myxomatose de konijnenstand had uitgedund. De arme grond bracht sterke en vrijwel schurftvrije bomen voort, die veredelaar Thijs Visser op onderstammen entte en ze vernoemde naar zijn vader Ambrosius. Van voornoemde rassen zijn de ouders niet bekend en dat geldt voor bijna alle oudere fruitrassen. 202

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2012 | | pagina 46