C jaarvergadering van 20 maart 1948 komt contributieverhoging aan de orde, die sinds de oprichting in 1911, onveranderd twintig cent per maand is gebleven. Hoe wel men niet tot een besluit komt, wordt in de daarop volgende vergadering besloten daar vanaf te zien. Wel gaat het inleggeld bij wedstrijden omhoog van vijfentwintig naar vijftig cent. Goede herinneringen aan de vijftiger JAREN De eerste klus voor de penningmeester, in januari 1950, is het betalen van vijfen zestig cent verenigingsbelasting. Wat mij nog steeds verbaast, is dat ik nog geen enkele rekening heb gezien van betaal de pacht aan beroepsvissers of een an dere instantie die visrechten verhuurde. Op 22 januari 1951 bestaat de club veertig jaar en is er een jubileumavond met re ceptie. Er zijn vijfentachtig leden en die "«mum Jan Eggers toont zijn vangst in 1963. komen voor negenennegentig procent uit Graft en De Rijp. Men ontvangt van andere verenigingen en het gemeentebestuur di verse enveloppen met inhoud en van de leden zelf het mooie bedrag van Fl. 278,10. Daarvan kan dan weer het feest voor de leden, later dat jaar, worden betaald. Dit wordt gehouden in de zaal van Grasboer (nu Het Wapen van Munster) De vier bak kers die lid zijn, leveren koek en taart, ter wijl barbier Visser en Piet Berkhout voor het rookwerk zorgen. Anders dan nu werd over 'rookvrij' nog geen seconde nage dacht. In de zomer van 1953 word ik tien jaar en verdien in de herfstmaanden mijn zak geld met het vangen van aasvisjes voor de snoekvissers. Zaterdagmiddag en zon dag ging ik vaak mee met de snoekvissers. Namen? Jan -Beel- Timmer, Arie -Hoedje - Veenman, Wouter Brandhof, Willem van Braam en gastvisser Ab Geldermans, ja, de (toen)bekende wielrenner. In de herfst van 1954 vang ik helemaal alleen mijn eer ste snoek, een exemplaar van 51 cm, in het slootje om het Kamerhop bij het Jagers bruggetje. Ik deed eigenlijk alles fout, maar de snoek kwam op het droge en ging vol trots mee naar huis. Van terugzetten had nog niemand gehoord en gebakken snoek vormde een prima aanvulling op het vaak karige, naoorlogse menu. Begin jaren vijftig werden er op zon dagmiddagen witviswedstrijden voor de jeugd gehouden in de Tuingracht. We vin gen soms wel honderd visjes per persoon en dat zonder (bij) te voeren en alleen een stukje witbrood als aas, want maden wa ren nog een onbekend fenomeen. Dat er destijds vergunningen waren, weet ik uit eigen ervaring, want ik had als jochie van 11 jaar een kleine visakte en een snoekver- gunning nodig, als ik op snoek viste. Ik ben 170

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2012 | | pagina 14