hhmhi
73 Streeksieraden zoals molenaarsweduwe Lysbeth van Essen die rond 1840 gedragen kan heb
benden oorijzer met boeken, voorhoofdsnaald, twee zijnaalden, twee kapspelden, bloedkoralen
halssnoer en twee haarsieraden. Een rok van spiegeldamast uit het eind van de achttiende eeuw
vormt de ondergrond. Deze rokken werden in West-Friesland tot ver in de negentiende eeuw ge
dragen; eerst als bovenrok en vanaf omstreeks 1850, toen het modebeeld veranderde, als onder
rok (collectie D. Schuijtemaker).
een paar oorbellen en nog eens twee
snoeren bloedkoralen.
Deze sieraden vormden in die tijd meer
dan een basisset voor een Westfriese
vrouw. Maar het kon ook nog uitbundi
ger: als je echt rijk was had je sieraden
met onder andere diamanten en parels.
De sieraden van Lysbeth contrasteerden
met de vrijwel failliette boedel. De gouden
streeksieraden zullen niet door Lysbeth
zelf ingebracht zijn, want zij werd bij haar
huwelijk met Hendrik aangeduid als 'van
beroep dienstmeid'. Waarschijnlijk waren ze
nagelaten door Hendrik's eerste echtgeno
te, Trijntje Mak, die ze op haar beurt weer
kan hebben geërfd of als bruidsgeschenk
gekregen.
Naast de gouden voorwerpen was er
ook het een en ander van zilver. Vrouwen-
kledingaccessoires van zilver waren een
oorijzer, een tasbeugel met haak, een knip
je en een haak, een ketting en een schaar.
Het is mogelijk dat deze voorwerpen van
Lysbeth waren in de tijd dat ze als dienst
meisje werkte: wie zich geen gouden sie
raden kon permitteren, streefde destijds
naar zilveren.
Opvallend is dat Hendrik van Essen voor
zichzelf slechts weinig zilveren voorwer
pen bezat: een tabaksdoos 'met uithaal-
der1, een 'horologie met ketting en cachet'
en waarschijnlijk een knipje om geld in te
bewaren (afbeelding 14). Deze voorwer
pen getuigen, net als de vrouwensieraden,
van een zekere welstand al was het in dit
geval dan een welstand uit het verleden.
Zilveren broekgespen en knopen en een
zilveren ring voor een van Hendrik's zes
halsdoeken kwamen we in de beschrijving
niet tegen; deze manssieraden kwamen in
de regio sowieso weinig voor.
Het is in onze ogen enigszins vreemd om
122
- -
Jü®§Ri -\; ,-v^;ó/
éasscëï-t' ~b.iv t C-r - iSi&s -