ff
9 Fragment van de zes-
tiensbladkaart van Jan
Janszn Dou (1680) van
het Hoogheemraadschap
van de Uitwaterende Slui
zen in Kennemerland en
West-Friesland. Ten zuid
westen van Grootscher
mer (het noorden is links)
staat de 'Meel Molen'
aan de ringvaart van de
Noord(eind)ermeerpolder.
huisde. Die molen zal vast niet op en af zijn
geweest, want hij werd op 9 mei 1666 -met
huis en erf- nog op 4.200 Carolusguldens
gewaardeerd. Het ligt voor de hand dat het
ermee te maken had dat de aangekochte
molen een achtkante bovenkruier was. In
Nederland zijn op den duur de standerd
molens grotendeels verdrongen door bo-
70 Het aantal korenmolens op het Scherme
reiland c.a. uitgezet tegen de tijd. Er is onder
scheid gemaakt tussen twee molentypen: de
standerdmolen en de conische bovenkruier.
venkruiers, in Noord-Holland boven het IJ
zelfs geheel. Afbeelding 10 laat zien hoe
bij de korenmolens op het Schermerei
land het type standerdmolen eeuwenlang
domineerde. Na 1640 werd er echter geen
nieuwe standerdkorenmolen meer in dit
gebied gebouwd. Met inbegrip van De
Dolfijn in 1669 waren alle nieuwe koren
molens vanaf dat jaar bovenkruiers. De re
denen daarvoor -groter bedieningsgemak,
meer opslagruimte en geringere onder
houdskosten van de bovenkruier- zullen
ook die van Maerten Reijerszn geweest
zijn bij zijn overstap van standerdmolen
naar bovenkruier. Een vierde voordeel van
de bovenkruier -betere windvang door het
plaatsen op een hoge voet- zal voor hem
geen rol hebben gespeeld: hij bereikte een
betere windvang door zijn molen in het
open landschap buiten de bebouwing van
Zuidschermer te zetten.
Een bijkomende reden zou de overgang
van een naar twee koppels maalstenen
kunnen zijn geweest. We hebben daar he
laas geen concrete gegevens over, noch
voor de oude standerdmolen midden
in het dorp, noch voor de net verhuisde
en tot korenmolen ingerichte Dolfijn. De
112
Rf-mmw
O CU»
ijHt&n
uuuftiiiaiiuiii
standerdmolen
bovenkruier
1500