de spekbank 13 op en daar aan vast werd
een spekgoot14 bevestigd die uitliep in de
spekmarmiering15. Dit laatste was een lange
slang van canvas die tot in het ruim reikte
en die aan de onderkant dicht geknoopt
kon worden.
Aan de grote mast werd door het luikeen
kornaat opgetuigd. Dit is een klein takel
met een tweetal haken waaraan de koning
en de koningin met kloppers de hachjes
bevestigden om ze uit het
ruim naar het dek te laten
hijsen. Het karnaat werd be
diend door de bootsman, de
chirurgijn en een helper.
Op het dek werd alles wat
geen spek bevatte afgesne
den en overboord gegooid.
De piekeniers sleepten met
hun pieken de hagjes voor
de strandsnijders en hak
kers die met hun strandmes-
sen en hakmessen de hagjes
zuiverden van zwoerd en
kreng. Men gebruikte een
klaas16 als hakblok. Het ge
zuiverde spek werd op de
spekbank gehakt in stukken van ongeveer
een halve voet lang en twee duim dik. Als
onderlegger voor het hakwerk werden
vaak de afgesneden staartstukken en vin
nen gebruikt. De hakkers en snijders trok
ken het walvisspek met handhaakjes naar
zich toe waarna ze het uiteindelijk in de
spekgoot gooiden. Daar stonden twee
man met spekschoppen om de blubber in
de marmiering te werken.
In het ruim vulden de ruimgasten hun
spekbaliesv onder de marmiering en brach
ten die naar de vaten. Elk vat werd gevuld
door de sponsgaten en met prikkers werd
de massa aangestampt. De kuiper sloot de
spongaten af met sponsdoek en sponsen'8.
Men vulde ongeveer zes vaten in een
uur. Een gemiddelde walvis leverde 50 va-
aan getrokken werd kenterde (draaide) de
vis op zijn zij, zodat alle kanten van de vis
afgeflenst konden worden. Na afloop van
het flensen was het kenterstuk tot halver
wege de grote mast opgetrokken.
Met de volgende werkzaamheden, het
afmaken, kon drie tot vijf etmalen gewacht
worden. Er kon dus eventueel verder ge
jaagd of geflenst worden naar gelang het
uitkwam.
Het afmaken
Na 3 a 5 etmalen begon er traan en bloed
te lopen uit het geflenste spek dat in het
ruim opgeslagen was en moest men wel
beginnen met het afmaken. Hier voor
kwam weer de gehele bemanning in actie.
Er kon dan niet gejaagd of geflenst worden
en ook moest het schip redelijk beschut
liggen. De bedoeling van het afmaken was
dat van al het geflenste walvisvlees het
spek en de spekhoudende resten in de va
ten verstouwd werd.
Allereerst moest om de vaten te kun
nen vullen plaats vrij gemaakt worden
in het ruim. Daartoe werden een vijftig
tal vaten tijdelijk uit het ruim op het dek
gezet. Bij het luik richtte men op het dek
Abraham Storck detail
78