WAARSCHUWING BRONGAS. LEES DIT. de, maar soms is die veel dieper als gevolg van uitspoeling. Soms hing men de grote opslagketel in de sloot, soms ook maakte men de bron in de sloot. Want hoe lager de bron, hoe meer water en gas. Het scheelde ook graaf- en metselwerk' (blz. 27,28 en 29 van het boek). Hoeveel gasbronnen waren er in Noord- Holland? Het aantal gasbronnen Ooit zijn het er in geheel Noord-Holland vier a vijf duizend geweest. In 1937 waren het er nog 2494 en in 2003, na acht jaar strijd met het hoogheemraadschap -waar over straks meer-, was het aantal afgeno men tot 150 a 200. Twee belangrijke personen Wouter Sluis en Jan Lankelma zijn belang rijke personen geweest in de geschiedenis van de gasbronnen. Wouter Sluis (1827- 1891) was een veeboer in de Beemster met 80 hectare land. Behalve boer was hij 'uitvinder', d.w.z. onderzoeker, vernieuwer en zendeling die het allemaal voor niets deed en die het ook weer uit wilde dragen. Zo was hij een verwoed strijder voor 'de verbeterde snoeiwijze der (peren-, D.M.) bomen' in de Beemster. En hij was ook de eerste die welbewust een vlam uit het natuurgas produceerde (in 1875). Sluis ver richtte het voorwerk waar Lankelma later op voortbouwde. Sluis gebruikte de Nor ton, een ijzeren pijp met een dichte punt en gaatjes daarboven. Nortons werden ge bruikt om aan zoet water voor de koeien te komen. Sluis gebruikte de Norton niet alleen voor drinkwater en koeling van de melk. Hij ontwierp ook een machine, die aangedreven door het Norton water, de melk in beweging hield. Nodig voor het bewaren van de melk voor kaasbereiding. En hij experimenteerde ook met het gas uit de Norton. Jan Lankelma (1853-1927) was de zoon van Jacob Lankelma, architect en en vriend van Wouter Sluis. Hij heeft Wouter Sluis on getwijfeld gekend. Jan Lankelma bouwde in feite voort op de ideeën van Wouter Sluis wat betreft het werken met Norton water en Norton gas. De bijdrage van Jan Lankel ma was het ontwikkelen van een methode om het gas sneller vrij te maken uit het water. 'Een bijzonder werktuig, waarvan de samenstelling nog door de heer Lankelma geheim gehouden wordt en dat hij sepa rator noemt', aldus Rombouts in 1896. Op 15 sept. 1895 brandde het brongaslicht/ge maakt' door Lankelma. Al gauw ontstond er concurrentie, zie daarvoor de onder staande advertentie met daarboven een waarschuwing van Lankelma. Van groot belang in de geschiedenis van de gasbronnen is de lange periode van on enigheid met het hoogheemraadschap. Schuitemakers Purmerender Cou rant, 13 okt. 1896 209 kitar*c» 3T*r u tot bot T».n gaatsidingaa vaa bronaoo, «Wt mea <Ln«j»t>4 ttagtrwdtvs^ ur «x»rktna!»f Mut -graaf bjarto» bso* or«r u g**a. ju o» gxoadi* oadsersoofc r*a it ttoocU-algiiatd «o JsotrraeUiaid Oj»«r*Bg*o<l gut, *uru>» aoiitrgtUakaod» txok aset ieitraisieawa graCLl btwWkbaar tuit. Nortoa-pIJpwailaa weni<ta togts d* «mcutTMrtad* ftrfesaB. iMtrgMfii, (Ut) J. LaNCKLMA. P. 7IS8K&. W#»rw*L Sort»aw*IptJp» - *i!ux:..ïer, Jfc. OSOOL, LöödfiaMr, Pwijsdgk, 4*«jwggwr r*o pu «rit NortoipMUB, bt- rtita «eb Biauuta tta tot l»«w»a n*a PÜTTKN »b GASLICHT. Qo»d of {md CKMdS PURMKHtSD, I Oetabtr iWS.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2010 | | pagina 35