De slagerij van Hottentot
Slagerij Hottentot. Eind jaren vijftig
Als we doorlopen stuiten we op een hek,
met daarachter een werkelijk prachtig
pand. We zijn aanbeland op Lievelands-
buurt 3 (323 en 323a). Wie hier zestig jaar
geleden zou hebben gestaan, had een heel
ander tafereel voor zich gezien. Om te be
ginnen stond er geen hek en liep men een
klein, met vijf-duimers bestraat, pleintje op.
Het was particulier terrein, eigendom van
slager Siem Hottentot en zijn zuster An
nie. Deze plaats kent een rijke historie die
door Fred Hoek al eens uitvoerig beschre
ven is in een uitgave van De Kroniek uit
maart 2009. Daarin staat bijvoorbeeld dat
er in de negentiende eeuw in een van de
gebouwen een gereformeerd gebedshuis
gevestigd was. Ook was het al van oudsher
een vleeshouwerij. Ik wil echter iets minder
ver teruggaan en me toespitsen op het sla-
gerijgebeuren nadat eindjaren twintig de
nieuwe gebouwen waren neergezet.
Rechts was de slachtplaats, middenin
het woonhuis met de prachtige louvre
raamluiken, en links de winkel. Slagerij
Hottentot was een echt familiebedrijf dat
in de beginperiode bekend stond als nood-
slagerij, maar later faam verwierf vanwege
haar kwaliteitsproducten.
Er was een Cor, een Siem, een Trijntje
en een Annie Hottentot, en allen werkten
mee op het bedrijf. Rond 1938 vertrokTrijn-
tje naar Uithoorn en voor haar in de plaats
kwam Jan van Veen. Deze, nog maar 14 jaar
jong, kwam uit Amstelveen en moest oom
zeggen tegen Siem. Op de fiets met mand
en in een kraakwitte slagerskiel, werd een
uitgebreide ventwijk gereden, met veel
klanten in de Beemster. De ene dag de
bestelling opnemen, de andere dag afle
veren. Het was geen gemakkelijk bestaan
en eigenlijk waren er te veel slagerijen in
het dorp.
In 1953 viel het doek voor de slagerij en
omdat Siem Hottentot altijd vrijgezel was
geweest, waren er geen opvolgers. Jan
van Veen, toen nog de enige medewerker,
stapte noodgedwongen op en ging een
samenwerkingsverband aan met de sla
gers Knegt en Greuter, bij deze laatste in
de Rechtestraat. Maar al gauw stopte hij
hiermee toen bleek dat drie gezinnen niet
konden leven van de opbrengst van één
slagerij.
Op het einde van de Lievelandsbuurt
werd het ondertussen stil. De winkel was
leeg, de slachtplaats schoongeboend en
de klanten uitgezwaaid.