weduwe bleef er nog enige tijd wonen. Na mevrouw Beumer kwamen de broers Jan en Joost Roelofs er wonen, samen met hun moeder. Met betrekking tot deze twee broers heb ik niet veel kunnen vinden. Wat ik ervan begrepen heb is dat zij van origine geen Rijpers waren, maar ergens uit de buurt van Rotterdam kwamen. Ze waren alle twee onderwijzer, Joost op de St. Jozefschool en Jan op een ambachts school, vermoedelijk in Edam. Maar de nieuwbouw lonkte. Eind jaren zestig werd het'zuid'stilaan volgebouwd en de broers Roelofs besloten in dit nieuwe stukje De Rijp hun geluk te beproeven. Zodoende konden de huidige bewoners -de familie Goesinne- in 1971 dit huis betrekken Met het driezijdige pannendak was het een apart bouwwerk te noemen, ook was het schitterend gelegen met een grote tuin. Toch was door de lange verhuur- periode en het feit dat het ruim honderd jaar oud was, een drastische verbouwing noodzakelijk. In 1980 werd het dak ver nieuwd en over het aanbouwtje aan de achterkant doorgetrokken. Aan de voor kant werd een houten topschot geplaatst. Tegenwoordig verbindt een bijkeuken het huis met een daarachter gelegen schuur. Leuk detail is dat deze schuur eerst aan de overkant, op de Keizerbuurt heeft gestaan. Ik schreef al over het snoepwinkeltje aldaar op no. 12 en dat Evert Beumer Sr. eigenaar was van dat huis. Ergens eind jaren vijftig kwam er behoefte aan bergruimte. Het oog viel op het schuurtje aan de overkant en onder het motto: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan, werd het gedeeltelijk gedemonteerd, met de nodige mankracht over de sloot gezet en achter Lievelands- buurt 18 weer opgebouwd. In de overtuin van Keizerbuurt 12 heeft nog tot in de jaren negentig van de vorige eeuw een beton nen plaat met opstaande rand gelegen: de oude fundering van de schuur. Waarthans Lievelandsbuurt 20 staat, stond lange tijd niets. Het was tuin dat hoorde bij het erf van Jan en Joost Roelofs. Begin ja ren zestig had mijn vader er een moestuin, maar ja, er zat een sloot tussen en omlo pen via de Lievelandsbuurt was hem te ver. Een simpele plank over het nat bracht uit komst en hij schuifelde daar dan voorzich tig, voetje voor voetje, overheen. Op de grens van het erf had de buurman -Siem Hottentot- een aantal bijenkasten geplaatst. Hij moest imkeren want voor het huis, aan de westkant, waar tegenwoordig het Snorderspad loopt en het huis van Jan Twint staat, stonden fruitbomen. Het bij envolk uit zijn kasten zorgde er voor dat de fruitbomen daadwerkelijk werden besto ven. Op een dag had mijn vader tijdens het schoffelen, zonder daar zelf erg in te heb ben, de toorn van dat bijenvolk gewekt. Een ooggetuige vertelde mij enkele krachttermen te hebben gehoord, waarna hij iemand wild zwaaiend met zijn armen richting de loopplank zag rennen. En niks voetje voor voetje, maar als een volleerd trapezewerker vloog hij de plank over om vervolgens in een olympische tijd bij Nieuwland 14 naar binnen te stuiven, ach tervolgd door een woedende zwerm bijen. Eenmaal binnen gaven de bijen het al snel op waarna buurvrouw de Jong de schone taak op zich nam, om met een pincet de angels uit zijn nek en gezicht te trekken. Later, toen hij er al lang niet meer tuinde, deed Bert Goesinne het stuk over aan Wil lem Woestenburg, die het op zijn beurt weer verkocht aan bouwbedrijf De Jongh. In eerste instantie zouden zij een nieuw pand neerzetten voor toenmalig notaris Feikema. Deze zag toch van de koop af en de gebroeders De Jongh bouwden dit fors uitgevallen pand verder af in eigen beheer. In 1980 kwam het gereed en werd Wim van Kampen de eerste bewoner. 200

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2010 | | pagina 26