Het was rond 1976 toen ome Daan het rustiger aan ging doen en hij het pand en de daarbij behorende stenen boet in de overtuin, te koop zette. Dat het in andere handen kwam was wellicht een goede zet want het stond er haveloos bij en begon danig in verval te raken. De windveren ont braken grotendeels, gaten in het topschot werden gedicht door een bonte verzame ling planken en de specie tussen de stenen in de zijmuren begon te verkruimelen. Via via kwamen Cees en Marleen de Vries in contact met ome Daan en in mei 1976 werd de koop gesloten. Architect Hans Rik ken werd in de arm genomen en vol goede moed ving men aan. Maar de restauratie bleekimmens veel werken datwerd pijnlijk duidelijk gedurende de sloopfase. Vrien den en kennissen probeerden hen moed in te spreken en zeiden:"het komt allemaal goed, je moet er doorheen kijken". En dat was inderdaad iets wat probleemloos kon bij dit huis: maar dan ook letterlijk. Aanzicht Lievelandsbuurt omstreeks 1920 Het dak moest worden vervangen, en de gebogen spanten verhoogd om nietje hoofd te stoten bij het naar boven lopen. De muren werden ontmanteld, de stenen, stuk voor stuk afgebikt en allemaal weer hergebruikt. De voordeur werd verplaatst naar de steeg en ten behoeve van de voor gevel werden bijpassende stenen gezocht omdat de oorspronkelijke stenen met het slopen van de voorgevel ergens in een dam waren verdwenen. In die tijd werd er door o.a. de gemeente en Monumentenzorg nog veel geld uitge trokken voor subsidies, vooral als het ging om restauratie van beeldbepalende ob jecten. Dit pand viel in die categorie, met als keerzijde dat er strenge eisen werden gesteld. Zo moest de achtergevel terug worden gebracht naar de oude situatie, waren ramen met roetjes niet vrijblijvend en moesten tekeningen regelmatig aange past worden om binnen het bestemmings plan te blijven. Met de spreekwoordelijke hete adem van het controlerend orgaan in de nek duurde het ruim twee jaar voordat aannemer Bab Slot de klus geklaard had en het huis bewoond kon wor den. Maar het resultaat mocht er wezen: de transformatie naar schuur was ongedaan ge maakt en de Lievelandsbuurt leek de weg omhoog te heb ben gevonden. Lievelandsbuurt 6 (317) werd bewoond door Arie Boots. Een klein boertje dat een heel scala aan beesten hield. De 'Poerel' noemden ze hem, maar waar men die bijnaam aan ontleen de heb ik niet kunnen achter halen. 194

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2010 | | pagina 20