Trad men vroeger nog in de voetsporen van vader, werkte men als tuinder of ergens anders (inter)lokaal, begin jaren zeventig kwam de forens en hiermee ontstond een nieuw fenomeen waarmee we vandaag de dag nog steeds te maken hebben: de file. Maar in 1973 was dit nog totaal niet aan de orde en in datzelfde jaar trof bouwbe drijf de Koekkoek voorbereidingen voor de bouw van het huis. Een huis bouwen op een plaats waar men met de wat grotere bouwmachinerie nauwelijks kon komen, was een geheel nieuwe discipline. Wat te denken van bijvoorbeeld een heistelling in de straat te krijgen? De laatste keer dat er geheid werd op dit buurtje was ergens in de negentiende eeuw en dat ging waar schijnlijk nog handmatig met de driepoot, maar zeker niet met een grommende die selkraan van een tonnetje of vijftien. Toch bleken ze bij de Koekkoek niet voor één gat te vangen. Vanaf de Lievelandsbuurt op een open plek, recht tegenover de toekomstige woning, legde men dragline schotten over de sloot zodat de heistelling de bouwplaats kon bereiken. De bouw ging van start en acht maanden later, in ja nuari 1974, kon het worden bewoond. Het was flink pionieren in het begin; zon der gas en zelfs zonder stromend water, want de dorpsloodgieter had zich enigs zins verslikt in het vele installatiewerk dat zo'n groot pand met zich meebrengt. De Rijp had ondertussen een bestem mingsplan ontwikkeld dat getoetst werd dooreen welstandscommissie.Waarschijn lijk omdat het de eerste nieuwbouw was in het oude centrum, ging het bouwproces behoorlijk onder een vergrootglas. Zo was er dispuut over de hoogte van de woning, het wel of niet bouwen van een inpandige garage, het teren van de zijgevel en zelfs over de kleur van de dakpannen. Het stond allemaal in het bestek en er viel weinig tot niets te marchanderen. In 1995 is er aan de rechterkant nog een grotendeels houten woning naast gezet. De materiaalkeuze maakte de hele opstal niet bepaald tot een onderhoudsarm ob ject en dat was een van de redenen dat de familie van der Koogh, na zevenentwintig jaar op een van de mooiste plekjes van de Buurtjes te hebben gewoond, verhuisde naar Utrecht. Staande op het bruggetje en nog eenmaal omkijkend maakt duidelijk, dat nu de won den in de lintbebouwing door de nieuw bouw zijn geheeld, er weer sprake is van een volwaardige straat en dat de Keizer- buurt volop is meegevaren op de golven der vooruitgang. Van een van de meest ar moedige en verpauperde straatjes van het dorp tot een wonderschoon buurtje, waar elke toerist lopend op het Zuideinde, als door een magneet opgetrokken wordt. Bruggen op de Buurtjes Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw besloot de gemeenteraad in het ka der van het beschermd dorpsgezicht twee bruggen in de oude luister te herstellen. Een werkelijk prachtig initiatief dat het aanzicht van het dorp heeft verrijkt en waar zowel bewoners als toeristen nog da gelijks van kunnen genieten. De opdracht werd gegund aan de firma Haasnoot uit Katwijk die aan de klus begon in het voor jaar van 1989. De eerste brug moest komen in het Lan- gebrugspad over de Rijpsloot en de twee de naar de Lievelandsbuurt. Bij de eerst genoemde ging het gedurende de bouw nog flink mis; tijdens het plaatsen van de balans, boven op de brug, schoot deze uit de hijsstrop van de kraan en boorde zich in het schuurdak van de toenmalige sigaren winkel van mijn oma. De twee hardhouten 190

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2010 | | pagina 16