Joseph Beumer had een vrouw en kin
deren. Zo was er een Joseph Jr. -kortweg
Jo- die Kingkang genoemd werd, en zijn
jongere broer Piet Beumer, beter bekend
als Bruine Piet. Alle twee een bijnaam dus.
De oorsprong van die van Joseph Jr. is on
bekend, maar die van Piet had alles te ma
ken met zijn bruine gelaatskleur. Piet zat in
de tuinderij, niet zelfstandig, meer in het
losse werk. Dat bracht met zich mee dat
hij altijd buiten was, dit, in combinatie met
veel pigment in de huid, gaf hem aanleg
om snel bruin te worden. Voor een Rijper
even zo snel een reden om hem de eerder
genoemde bijnaam te geven.
Na het heengaan van beide ouders bleef
Piet in het huis wonen. Hij was een joviale
vent. Gek op zijn hond en hoewel zelf kin
derloos, ook gek op kinderen. Toen mijn
ouders nog op de Keizerbuurt woonden,
kwam hij meer dan eens binnenwandelen
om mijn zus een aai over de bol te geven.
Mijn moeder raakte daar niet altijd van in
een hoerastemming, want waar Piet ging,
ging zijn hond en omdat die nou eenmaal
niet z'n poten veegt, kon er meteen weer
gedweild worden.
Piet was geen reislustig type. Het schijnt
dat hij een basisding als fietsen nooit on
der de knie heeft gekregen en met die be
lemmering wordt je wereldje er natuurlijk
niet groter op. Toch ontmoette hij, na lang
vrijgezel te zijn geweest, Marie. Ze kwam
uit Brabant en bleek voor Piet al gauw een
lot uit de loterij. Zij was een lieve en god
vruchtige vrouw die zich op vele fronten
inzette voor anderen.
Ze trouwden en ondertussen was Piet,
net als velen in De Rijp, vanuit de tuinderij
op de Wessanen fabriek terecht gekomen.
In 1973 besloten ze te verhuizen naar Den
Bosch. Marie kwam immers uit die contrei
en en Piet had haar beloofd dat ze, na zijn
vijfenzestigste, weer dicht bij haar familie
zouden gaan wonen. Hij moet zielsveel van
haar gehouden hebben want wie verruilt
er anders zijn dorpse leven, zijn vrijstaande
woning met de Eilandspolder praktisch als
achtertuin, voor een flatwoning in een bui
tenwijk van Den Bosch? Het was 1982 toen
Piet daar op 76-jarige leeftijd overleed aan
zijn hart. Marie raakte na zijn overlijden uit
eindelijk in een verzorgingstehuis en over
leed op bijna 90-jarige leeftijd.
Voor het huis aan de Keizerbuurt bleken
na hun vertrek geen gegadigden te zijn.
Wij speelden er soms en kropen dan langs
de losgerukte planken de leegstaande wo
ning binnen. Ik kan het me nog goed her
inneren en achteraf voelt het wat vreemd:
die kale plankenvloer, dat achtergelaten
kolenkacheltje en het op het gonje geplak
te, vergeelde bloemetjesbehang. Als stille
getuigen van een tijd waarin diverse gene
raties Beumer hier opgroeiden. Het totaal
plaatje bood, gevoed door de leegstand,
het hoge onkruid en de dichtgetimmerde
ramen, een wat trieste aanblik. Het droeg
onbedoeld bij aan een nog desolater wor
dende Keizerbuurt.
Een flink brede, met geeltjes bestrate steeg
zorgde dat het volgende huis eveneens als
vrijstaand aangemerkt kon worden. Keizer
buurt 4 (310), de thuishaven van de familie
Van Braam. Het reilen en zeilen van deze
familie door de jaren heen is niet bepaald
een open boek. Ik ben namen tegengeko
men als: Klaas, Klazina, Elsje, Hendrik, Dirk
en Wilhelmina. Over de meesten is niets
tot zeer weinig bekend en ik weet eigenlijk
alleen iets van de drie laatstge- noemden.
Zo was Hendrik vroeger mijn buurman
Henk die naast ons woonde op Nieuwland
12. Dirk was zijn vader met een mooie bij
naam; ze noemden hem 'de Stoomboot'.
Lurkend aan zijn pijp en een schipper
spet op het hoofd deed het vermoeden
rijzen dat we hier van doen hadden met
een ruwe zeebonk, werkzaam op de grote
184