i
De windhoan, voorstellende de mythologische koning
von de zee Triton.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
De schaallat is aangegeven bij de plattegrond waarop de groei en afname van de kerk is af te
lezen.
Floris II van Holland, bijgenaamd'De Vette'of'De Dikke'.
De hier gebruikte uitgave van het Chronykje dateert uit 1724.
'Notities aangaande het Beste Dorp in Holland'Herman Meddens 1964. Volgens Meddens is de
rijmdicht afkomstig uit de Rijper Zeepostil (zie De Kroniek, jrg. 25, nr. 4, dec. 2008), echter de
toeschrijving aan Melis Stoke is onzeker. In de Kroniek van Holland, waar Melis Stoke een deel
van schreef, is daarover niets terug te vinden.
Dit betrof hoogstwaarschijnlijk Nicolaas van Adrichem, een nazaat van het hoge adellijke ge
slacht Van Teijlingen. Dirck Albrechtszoon die in 1368 hoofd van de Grafter parochie werd, was
vrijwel zeker een kleinzoon van Nicolaas van Adrichem, alias Nicolaas van Graft. Uit'De Coste(ije)
van Graft', een nog onvoltooid werk van R.A. van der Zedde
Afbeelding genomen uit'Wel en wee in Waterland', nummer 2, 1986, uitgegeven door Muusses
Uitgeverij te Purmerend
'Haarlemse Bijdragen', deel XII (1884), blz. 434
'Register op de parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars zooals die voorkomen in de Mid
deleeuwse rekeningen van den Officiaal des Aartsdiakens van den Utrechtschen Dom', 3e deel
Kennemaria 1930. Volgens het Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa was aan het altaar
van Maria en Catharina een kapellanij (stichting ter bezoldiging van de bedienaar) gesticht door
Bruno Sappenszoon en door zijn gemalin Eita, hetgeen betekende dat zij dit altaar financieel
steunden.
'Het Noorderkwartier. Een regionaal historisch onderzoek in de demografische en economische
geschiedenis van westelijk Nederland van de late middeleeuwen tot het begin van de negen
tiende eeuw'. 1972
Jacobus Stellingwerf (1667-1727) werkte in opdracht van Andries Schoenmaker (1660-1735). Een
rijke lakenkoopman uit Amsterdam en een verwoed verzamelaar van oude zaken. Hij was zelf
geen goed tekenaar en liet dat vaak over aan anderen. Omdat de beelden niet altijd klopte heeft
hij in 1726 en 1727 een reis per koets gemaakt door Noord-Holland om met zijn zoon Gerrit 220
plaatsen te tekenen. Onderhavige prent is zo'n niet kloppend beeld.
37