bering, beter bekend als Puus, kocht het
in 1969 en vergrootte de woning met een
aanbouw. Toch zinde hem één ding niet
aan het huisje: hij miste een flinke schuur
om in te rommelen.
Halverwege de jaren zeventig maakte
een zware storm korte metten met pak
huis 'het Lam' op de hoek van het Rolder
spad en de Havenstraat. Puus zag zijn kans
schoon en liet er een nieuw huis zetten.
Het huisje aan de Venbuurt ging in de ver
koop, Beel Timmer kocht het en na diens
overlijden in 1994 is zijn enige zoon Jacco
er gaan wonen.
Begin 1939 kwamen Daan en Alie Nibbe-
ring op Venbuurt 8 wonen na het te heb
ben gekocht van een zekere Beers. Daan
-later door bijna iedereen ome Daan ge
noemd- was een broer van Jan en Thomas
Nibbering. Ook hij was tuinder en al weer
snel vertrokken toen hij via woningruil
naar een boerderij op de Zuiddijk kon. La
ter liet hij op diezelfde Zuiddijk, net door
de bocht, schuin tegenover de boerderij
van Visser, een huis met een paar kassen
zetten. Maar Daan was een 'kouwe grond'
tuinder en geen glastuinder. Zijn handel
draaide menigmaal door op de veiling, met
als gevolg dat hij hartstikke failliet ging op
dit avontuur en in een huurhuisje aan de
Margrietstraat belandde.
Maar we hadden het over de woning-
ruil, die deed Daan met Hendrik Zweep en
Huipie Mossel. Huipie -officieel heette ze
Huibertje- was van Joodse komaf en kwam
uitVolendam. Zij en Hendrik waren kinder
loos, iets wat je niet vaak tegenkwam op
de buurt.
Zweep was een man van de oude stem
pel. Toen begin jaren vijftig plastic ge
bruiksvoorwerpen werden geïntroduceerd
snapte hij daar niet veel van. Hij stamde uit
een tijd dat dingen van hout, steen, glas of
metaal waren, en plastic stond niet in dat
rijtje. Dat je in een plastic afwasteiltje bij
voorbeeld wel heet water kon gieten maar
niet kon verhitten ging er bij hem niet in.
Zo presteerde hij het om zo'n plastic teiltje
met water op de gloeiend hete potkachel
te zetten. Het resultaat liet zich raden: het
water siste op de kachel, terwijl de teil zich
om de hete kachel heen drapeerde. Reken
maar dat het er gestonken heeft. Ook was
hij stokdoof, en toen hij er allang niet meer
was, en iemand de radio hard aan had staan
op de buurt, gebruikte men nog steeds de
gevleugelde uitspraak: 'Hé, Zweep, zet die
radio eens wat zachter.'
De volgende bewoner was Joop Reu-
selaar en dat was toentertijd waarschijn
lijk een van de allereerste Amsterdamse
import-Rijpers op de Buurtjes. Een pionier
dus, die overigens wel met een 'echt' Rijper
meisje getrouwd was. Velen zouden hem
nog volgen naar De Rijp.
In de jaren zeventig nam Kurt Berk er zijn
intrek en in de naastgelegen stenen schuur
begon hij een technisch bureau in audio,
tv en video apparatuur. Hij en zijn vrouw
Lia wonen er nog steeds.
Venters op de buurt
Toen ik als kind op de Buurtjes opgroeide
waren er nog maar een handjevol venters.
Toon de Boer of zijn zoon Tim reed er rond
met de driewielige, elektrisch aangedre
ven SRV wagen, en Siem Zomerdijk was
nog de enige ventende bakker. Frans Neve,
wiens vader een van de laatst overgeble
ven Eilandspoldertuinders was, ventte er
groente tot ze met de hele familie naar
Australië emigreerden. Dan had je natuur
lijk nog Jan Karregat uit Volendam met
zijn gemotoriseerde bakfiets, van wie je
de vis nog letterlijk verpakt in een krant, in
je handen geduwd kreeg. Als laatste, Jaap
van Etten uit de Schermer, die kwam op
186