De kennismaking verliep alsof wij elkaar al jaren kenden. Zij toonde mij fotos van zijn
periode aan de Achterweg en verslagen van trips die hij met twee Pancrasser vrien
den door delen van Nederland maakte. Jan had werkelijk minutieus weergegeven wat
de jongens dagelijks deden, inkochten en aten. Hij had gedetailleerde tekeningen
gemaakt van de verblijfplaatsen waar zij kampeerden, alles van dag tot dag, bijna
van uur tot uur. Je vroeg je bij het lezen echt af of er nog tijd over was om te reizen.
Voorts toonde mevrouw Smit mij het onderzoeksresultaat van haar speurwerk rond
de dood van Klaas Barten.
Daarnaast kwam mevrouw Smit-Buit in contact met Don(ald) Bamberg, die de con
centratiekampen had overleefd en in 1946 contact had gezocht met Mien Barten-
Oosterbaan. Mevrouw Smit ontmoette Bamberg tijdens de herdenking van het drama
in Putten, dat hieronder kort wordt toegelicht:
Na een aanslag door leden van het plaatselijke verzet op enkele Duitse officieren
werd Putten als represaille platgebrand. De mannelijke bevolking tussen de achttien
en vijftig jaar, ruim 660 man, werd naar Neuengamme gedeporteerd via kamp Amers
foort. Zij werden in 29 zogenaamde buitencommando's te werk gesteld. Na het einde
van de oorlog keerden slechts 108 Puttenaren terug!
Don Bamberg had al drie jaar 'kampervaring' achter de rug toen hij in Neuengamme
arriveerde. Neuengamme lag aan de rivier de Elbe, ongeveer 20 km ten oosten van
Hamburg. Tijdens, maar ook in de eerste periode na de oorlog was er weinig over het
kamp bekend. Er waren nauwelijks overlevenden en alle sporen van het kamp waren
zorgvuldig weggewerkt.
Jan, in het midden
93