P een warme middag zwom ik tegen een dode hond aan. Het kadaver lag er
ennelijk al enige tijd en was door de warmte opgezwollen. Op het moment dat ik
he raakte ging het met een doffe zucht uit elkaar. Het stonk afgrijselijk, ik lag
etterlijk te kotsen en de gele draden liepen alle kanten op... Ik lust nog steeds geen
gesmolten kaas!
Er werden ook afstanden gezwommen. Naar de molen van De Jong (nu Kriek), soms
een en weer. We gingen ook wel eens naar de Groene Brug in Broek op Langedijk
Maar dat was wel een enigszins riskante onderneming want de verstandhouding met
e roekei- jeugd was niet altijd van enige spanning ontbloot. De Groene Brug was
un omein. De jeugd uit Broek mocht echter niet zwemmen op zondag en om dan
aan de blikken van hun ouders te ontsnappen, kwamen ze naar de spoorbrug en dat
was ons 'zwembad'. Het liep dan ook wel eens niet goed af. Ik herinner me een keer
dat ,k Frans Kooy m zijn zwembroek in de brandnetels gooide. Dat was niet zo slim
want ik moest de volgende dag weer door Broek naar school in Noord-Scharwoude
Toen had ik het moeilijker dan Frans want hij had hulp. Wat moesten die Broekers
dan ook bij ons...?
We legden ook wel stenen op de rails. Als de trein dan passeerde, en je was geluk
kig dan sprong die steen meters ver weg. Dat soms de trein ook bijna wegsprong
rea iseerden we ons dan later pas. Een cent met een beetje spuug op de rail geplakt
was na het passeren van de train groot én plat. Met de brugwachter Timmer was het
ommeles. Die zag ons niet zo graag verschijnen en zat ons ook wel achterna Na
hem kwamen er brugwachters bij wie we na het zwemmen nog even bleven praten
Lekker doorwarmen in het spoorwachtershuisje en soms mochten wij ook, onder
toezicht, de hendels bedienen. Dat vonden we prachtig. De kleedgelegenheid van de
jongens was aan de westkant van de spoordijk, die van de meisjes was aan de kant
van Heerhugowaard in de 'bosjes'. Op een zondagmiddag hingen dan soms de kleren
van de meisjes in de bomen. Jarenlang heb ik Jaap Koedijk opgehaald om te gaan
zwemmen. Drie van de vier keer moest ik dan bij de kerk op hem wachten omdat hij
zijn shag vergeten was. J
We kwamen tot de ontdekking dat in de ringsloot een 1,5 ton vletje lag. Dat hebben
we met veel jongens en veel moeite opgehaald. Verroest en met een paar lekken heeft
ij nog een paar jaar omgekeerd op de kant gelegen en diende als duikgelegenheid.
Groet M. Verkroost
120