Zeer geachte Mevrouw Barten, Van mijn verloofde Alie Buzing (vroeger adres te Delft) hoorde ik, dat U haar weieens bericht hebt gezonden over mij, toen ik in 1942 samen met Uw man in het Huis v. Bewaring te A'dam opgesloten was. U heeft ook nog lange tijd nadat U reeds het contact met ons had verloren met mijn verloofde gecorrespondeerd en daarom wil ik U bij deze voor alles hartelijk dankzeggen en hoop van harte, dat Uw echtgenoot eveneens behouden weer bij U is. Aangezien het echter helaas tot de waarschijnlijkheden gerekend mag worden, dat Uw man eveneens een slachtoffer der Nafii-beulen is geworden - te meer daar Uw man lichamelijk niet tot de sterksten behoorde - zal ik U alles vertellen omtrent het samenzijn van Uw man en mij. Omstreeks Augustus 42 leerde ik Uw man voor 't eerst kennen, doordat - wegens plaatsgebrek - ik van mijn oude cel B 1/3 afstand moest doen en bij Uw echtgenoot die toen met een leraar samen zat gestopt werd. Die leraar is enkele dagen daarop op transportgesteld. Bestemming onbekend. Maar hij was nogal een z.g. licht geval' in tegenstelling met mij bv. die ter dood was veroordeeld en Uw man die tenslotte toch aan 'Staatsfeindliche Elemmente onderdak had verleend. Toen Uw man en ik alleen in de cel waren hebben wij elkander als vriend leren waarderen en - aangezien wij beiden vlot Engels spraken - hebben bijna steeds Engels samen gesproken en hebben wij oude herinneringen samen opgehaald en besproken. Uw man was toen ook bezig de Duitse taal te leren en daarin kon ik hem goede hulp verlenen omdat ik die taal volkomen beheers (helaas!). Ik geloof niet, dat ik ooit zulk een prettig kameraad heb meegemaakt in de gevangenis als Uw man. Hij was altijd goed gehumeurd en in elk opzicht een fidele kerel. Alleen zo nu en dan als hij een pakje met wasgoed kreeg en zenuwachtig het clandestiene briefje doorlaswas hij weieens neerslachtig en huilde zelfs zo nu en dan van ontroering. Hij hield geweldig veel van U, geachte Mevrouw en U van hèm. Dat kon ik tenminste wel merken met een en ander. Uw man vertelde mij ook veel over uw befaamde kookkunst o.a. en ofschoon ik U helaas niet ken, kan ik mij toch wel een beeld van U vormen. Uw man liet zijn baard staan in de 'bajes' en leek - zoals hij zelf met trots constateerde - sprekend op uncle Sam' als U zich tenminste nog een hoge hoed erbij denkt. ja, mevrouw, wij hebben samen veel, zeer veel besproken, plannen gemaakt en ik weet niet wat maar hoe anders is alles gelopen... 103

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2012 | | pagina 105