In de nacht voor zijn dood schreef Sneevliet een paar afscheidsbrieven. Zijn stiefdoch
ter Bep Santen-Blaauw en haar echtgenoot Sal Santen droeg hij het volgende op:
'Doe de hartelijke groeten aan de Oosterbanen en Mien in Pancras'.
Klaas Barten kwam terecht in Amsterdam in het Huis van Bewaring aan de Wete
ringschans. Omstreeks augustus 1942 werd hij uit zijn cel in vleugel B, nummer 1/3
gehaald. In zijn nieuwe arrestantenverblijf moest Barten enkele weken later de ruimte
delen met Donald Bamberg, een Nederlander met een Engelse moeder die zijn jeugd
in Oostenrijk had doorgebracht. Tussen beide mannen, die qua leeftijd vader en zoon
konden zijn, klikte het meteen. Donald Bamberg was ter dood veroordeeld wegens
spionage, maar werd niet geëxecuteerd. Via kamp Amersfoort liet men hem eind
november 1942 spoorloos verdwijnen in de zogenaamde Nacht und Nebelconcen-
tratiekampen. Hij werd barbaars behandeld, moest werken onder erbarmelijke
omstandigheden en leven op
een hongerdieet. Maar Don
Bamberg heeft twee strafge
vangenissen en negen concen
tratiekampen doorstaan. Hij is
in januari 2012 tweeënnegentig
jaar geworden.
Uit de nalatenschap van Jan
Willem Oostdijk kwam een
handgeschreven brief te voor
schijn van vlak na de oorlog. In
deze brief probeert Bamberg
de vrouw van Klaas Barten te
troosten voor het geval haar
man de oorlog niet overleefd
mocht hebben. De inhoud van
Bambergs uitermate sympa
thieke brief staat hiernaast.
Mevrouw M. Barten-Oosterbaan
Nieuwenhagen, 7 Januari '46
102