De Sint Pancrasser ecologische automobielindustrie 1939 - 1941
Later, in de jaren 1939 en begin jaren 1940, ontstond een nieuwe Pancrasser ecologische
'automobielindustrie'. De voorloper en grootmeester daarvan was Gerard Bruin, de oudste
zoon van Bakker Bruin.1 Navolgers waren Gerard en Kees Jonker, Kees (van Jaap) Wagenaar,
Jan Madderom (die volgens Jaap (van Jaap) Wagenaar twee rechterhanden had) en Charles
Destrée. Alle modellen waren voorzien van fietswielen en een fiets-trapaandrijving. Het waren
dus geen luchtvervuilende, maar ecologische voertuigen. Gerard Bruin was verreweg de knap
ste ontwerper en bouwer De foto's van de Bruin-productie met de 'coupés' leveren daarvan
het bewijs.2 Gerard en Kees Jonker, de zoons van de slager maakten twee driewieler modellen.
Het eerste had voorwielaandrijving met één wiel voor en twee achter. Die een stijve as hadden
en stuurden als een vliegende hollander, maar dan omgekeerd; zoals je met een roer een vlet
bestuurd. Als je daar niet aan was gewend, kon je voor verrassingen komen te staan. Zo reed ik
eens met een flinke vaart tegen het hek van onze tuin. Het tweede Jonker-model had een wiel
achter en twee wielen voor; nu met een voorwielbesturing zoals van een auto. Vervaardigd door
Dirk Minnesma, 'op bevel' van dokter Destrée. Naar Kees jonker in december 2008 bevestigt.
Waarschijnlijk om ongelukken te voorkomen.
De verschillende ambachtslieden die toen werkzaam waren in Sint Pancras, waren heel vrien
delijk en behulpzaam. Zij namen even de tijd om aan nieuwsgierige en leergrage kinderen te
laten zien, hoe je het werk moest aanpakken. Zoals dus Minnesma, die in zijn garage diverse
oude auto's had staan, waar je in mocht zitten en aan alles duwen en trekken. Door het kijken
naar het repareren van auto's en motoren kon je de eerste mechanische kennis opdoen. Dat
Met vader Bruin liep het lelijk af. In die tijd van de Nazi-Duitse bezetting was men verplicht ondergedoken Joden
te venaden. De Duitsers betaalden er zelfs 7,50 gulden voor, vandaag zo'n 75 euro. Daar bij de familie Heinis Jo
den waren ondergedoken, was bakker Bruin geacht dat te weten. Omdat die Joden via zijn terrein en een schuitje
naar het huisje van de familie Heinis waren gegaan. Bakker Bruin werd verraden, geairesteerd en naar Amster
dam gebracht. Met Jaap Bivin, Gerard's jongere broeizijn wij gefietst naar de beruchte Euterpestraat, het hoofd
kwartier van de Duitse Sicherheitsdienst en Gestapo, om te trachten te weten te komen waar Bakker Bruin zat.
Wij gingen er samen naar binnen, en zagen er de grote hakenkruisvlaggen en palmen. Maar daarna spraken wij
af dat ik buiten zou wachten; voor het geval dat ook Jaap zou worden gearresteerd, en dat ik dan in Pancras alarm
kon slaan. Maar na een tijdje kwam Jaap weer naar buiten. Ze hadden hem niets kunnen vertellen. In 1952 zou
Koningin Juliana gratie verlenen aan de tot levenslang veroordeeld organisator van deze Jodenjacht, Willy Lages.
2 'De soorten cairosserieën van het eerste decennia zijn niet te vergelijken met de carrosserieën van vandaag. Men
vindt er door elkaar de 'Landaulets', de 'Phaétons', de Tonneau royal' en de Tonneau couvercle', Tonneau bal
lon', Tonneau démontable', 'Coupé', 'Limousine démontable', 'Limousine salon', 'Doublé phaéton', en 'Omnibus'.
In 1909 verschijnen de carrosserieën 'Clarence' in coupé, dubbele coupé of Landaulet en in 1911 doet men voor
de kap beroep op de Franse octrooien van Janko voor de levering van open carrosserieën. (Voorloper van cabrio
versies) In 1906 verhuizen de werkplaatsen van D'Ieteren naar een grotere ruimte gelegen aan de Maliestraat 50
te Elsene om aan de grotere vraag te kunnen voldoen. Dit is vandaag nog de maatschappij zetel van het bediijf.
In 1909 treden de zonen van AIJred (Lucien en Albert) toe tot de onderneming die in volle expansie bleef tot het
uitbreken van de eerste wereldoorlog. In deze periode was ook de uitvoer seiieus begonnen; men noteert bijvoor
beeld de levering van verschillende honderdtallen auto's aan de Engelse importeur van Delaunay-Belleville'.
Zie; Ets D'Ieteren Frères (nl).