Sint Pancras en de automobielindustrie
1930-1944 en later
Historisch rapport
Vroeger, 'toen alles beter was', zoals wel wordt beweerd door vergeetachtige oude mensen,
konden kleine kinderen nog spelen op straat. Want er was nog weinig autoverkeer, en men
reed nog niet zo snel. En de ouders vertrouwden nog op de voorzichtigheid van de andere
weggebruikers. Dus speelden die kinderen met autopeds van verschillende modellen.
Heel goedkope, vaak zelfgemaakte van hout met houten wieltjes. Later, vanaf de jaren 1930,
werden de autopeds gefabriceerd van stalen buis en met spaakwielen met opblaasbare (dikke,
en ook lek wordende) banden. Die ook met een trapmechanisme verkrijgbaar waren. Als een
soort auto was er de befaamde 'Vliegende Hollander'. Met een stalen frame, een voetbesturing
en een houten zitplaats. Door een hefboom van voor naar achter te trekken kon je met
een flinke vaart rijden. Later kwamen er ook modellen met een tandwielversnelling. En met
hefbomen aan welke je als roeiriemen moest trekken. DirkMinnesma, lange tijd de enige garage
houder in Sint Pancras, was een uiterst beminnelijk en dienstvaardig man. In 1930 zal hij een
grote schrik van zijn leven hebben gehad, toen hij na het achteruitrijden met zijn auto op
het betegelde pleintje voor zijn garage, uitstapte en zag, dat hij de vliegende hollander van de
4-jarige dokterszoon Charles Destrée had platgereden. Gelukkig zat Charles er niet meer op.
Om het goed te maken kreeg hij van Minnesma een nieuwe vliegende hollander, nu met een
tandwielversnelling.
De Sint Pancrasser ecologische automobielindustrie 1930 - 1939
Ere wie ere toekomt. De allereerste ondernemer in de Sint-Pancasser automobielindustrie
moeten de Gebroeders Zeegers Co zijn geweest. Het betreft de zonen Kees en Piet van vader
timmerman Simon Zeegers.
Waarschijnlijk het allereerste prototype dat is
gefabriceerd in de Sint Pancrasser automo
bielindustrie. Het model KEPIZEE Al, ont
worpen in de beginjaren 1920 door de nog
jonge ingenieurs Kees en Piet Zeegers. De
motor blijkt vooralsnog afwezig, en is (voorlo
pig) vervangen door mankracht. Het model is
gepresenteerd door de charmante (en in mi
nirokje geklede, verleidelijk bijna glimlachen
de) presentatrice, reclamecheffin en directrice
verkoop; Annie Zeegers. De broer Simon is
nog in opleiding en wordt als reservekracht
achtergehouden. Op de achtergrond links
staat de timmerschuur. Het kleine gebouw
rechts daarvan is de ontwerpstudio, waar men na korter of langer overpeinzing, uitdrukking kan geven aan zijn
diepste en meest noodzakelijke behoeften die men moet doen. Ten gevolge van de crisisjaren bleef het project
beperkt tot dit prototype, en kwam het niet tot een massaproductie. Wel werden nog enkele ander prototypes
ontworpen, maar ook deze konden niet in productie worden genomen.
96