aan en gingen met de bus naar de stad. We mochten overal in en kregen alles wat we wilden
totdat het vuurwerk afgelopen was. Weer naar huis met een grote zak snoep, paling enz. Dat
was feest, wat een prachtige herinneringen.
Pa was medeoprichter keeper en later erelid van Kolping Boys. Op zijn 50e is hij een keer
ingevallen voor de geblesseerde Piet Stoop. Als hij naar de voetbal was en het was slecht
weer, dan las Moes voor uit 'Mannetje Windwijs'. Ze sneed een Mars aan plakjes en we kregen
allemaal een stukje, nooit smaakte die Mars zo lekker als toen. Hij was ook redelijk acro
batisch: hij liep op zijn handen over de nok van het huis en was ook heel goed aan de rekstok.
Eens per jaar mocht Pa het schuitje van Kees Kossen gebruiken en ging hij al kloetend met
ons naar Koedijk. Bij de vlotbrug stond Bello, het trammetje, klaar en gingen we in Bergen
naar het klimduin of 'De Bedriegertjes'. We genoten met volle teugen van dit uitje. Op een keer,
toen we weer naar huis gingen, en een voor een uit Bello stapten, stond Moes nog in de deur
toen de tram weer ging rijden. Pa riep: 'Springen Trien'. Dit maakte zoveel indruk dat, toen zus
Trien een opstel moest maken over wat je had gedaan tijdens de vakantie, het de titel kreeg:
'Hoe mijn moeder uit een rijdende trein sprong.'
Pa reed ook motor. Als hij dan thuis kwam van zijn werk mochten we om beurten een stukje
meerijden tot de bocht, om de boom bij Freek de Goede, en weer terug, twee kinderen ach
terop en twee voorop. Hij reed toen Puch en mochten Willem, Loet en Dick om beurten mee
naar Speedwayraces in het sportpark in Alkmaar. In de winter nam hij een tas met hout mee
voor de kachel. Wij iedere dag met nieuwe blokken bouwen en 's morgens lagen ze weer in de
kachel. We waren er bar zoet mee. En zo groeiden we op. Toen Willem in dienst zat werd Ton
geboren. Willem, Loet en Dick zaten alle drie tegelijk in dienst. Daardoor misten m'n vader en
moeder het kostgeld van die jongens. Ze schreef een brief naar de Koningin en vroeg om een
oplossing. Pa kreeg echter een reprimande van de gemeente Koedijk: 'Hoe ze het in hun hoofd
haalden!' De gemeente kreeg nl. bericht dat ZIJ verplicht was om dit op te lossen. Maar goed,
het is allemaal goed gekomen.
Moes mocht vroeger van haar ouders niet veel, dus als het enigszins mogelijk was mochten we
op handbal, voetbal, scouting, gitaarles, koor. De drie jongste jongens waren lid van de show
band in Alkmaar. Iedere zondagmorgen werden ze opgehaald door Bertje Beers, Jos de Goede,
Sjakie Bleyendaal en Gerard Brammer, dan kregen ze allemaal een koppie thee en een snee
krentenbrood, vaste prik.
Op oudejaarsdag werd er voor iedereen oliebollen gebakken, ca. 900 stuks; voor Gerrit
Commandeur, Freek, Theo en Cor de Goede, tante Vroon en iedereen die erbij hoorde. Vijf
emmers beslag op de schoorsteenmantel en onder het genot van een kop koffie met Jan de
Wit, die elk jaar trouw met een fruitmand van de Bond kwam rees het beslag over de kachel.
Met doeken en steelpannen in de weer, en verschrikkelijk de slappe lach kwam het weer goed.
Moes heeft eens met buurvrouw de Boer voor Loet een prachtige vogel gevangen. Loet had nl.
een volière met kanaries, parkieten, duiven en fazanten. Toen Loet thuiskwam van zijn werk zei