In de winter komen er ook nog andere soorten
lijsters naar ons land, namelijk de koperwiek,
ongeveer 21 cm groot, die erg op de zanglijster
lijkt; bij het opvliegen kan men de oranje flanken
zien. Vandaar de naam koperwiek.
Ook de kramsvogel is dan te zien; deze is iets
groter: 25 cm, hij heeft een bruine rug en een
grijze stuit.
Heggenmus (Prunella modularis)
Heggenmussen zijn normaal gesproken schuwe, onopvallende vogeltjes, maar midden in de
winter, 's morgens vroeg beginnen de mannen al flink te zingen. Zij zien er op de eerste oog
opslag uit als een vrouwtjes huismus, maar zij zijn te onderscheiden door de grijze kop en
buik en de dunne snavel. Bovendien lopen zij en de huismus hipt. De heggenmus, vroeger ook
wel bastaardnachtegaal genoemd, wordt zomer en winter in de tuin aangetroffen. In de winter
komt de vogel graag op de voedertafel of hij struint eronder op zoek naar wat lekkers. Deze
vogels zijn altijd vroeg wakker en dus ook vroeg bij de voederplaats te vinden, zij bewegen zich
met vlugge, kleine stapjes, onophoudelijk op de grond pikkend naar wat kleine hapjes. Zelf
voer ik deze vogels met universeel voer. Dit is voer voor insecteneters; ook roodborstjes, winter
koningen, merels en andere lijsterachtigen vinden het erg lekker. Als zij in het voorjaar met de
gezinsuitbreiding gaan beginnen, zijn zij vlug en geheimzinnig; vaak kan men ze zien vliegen
met insecten; hieraan kun je zien dat de jonge vogels uit hun diepblauwe ei zijn gekropen.
Omdat zij zo vroeg broeden, kiezen zij vaak een beschutte plek in een conifeer, maar ook wel
