zij loodrecht het water in en komen een eindje verder weer te voorschijn, vaak met vis in de grote snavel. Met de buit in de bek vliegt de ijsvogel terug naar de uitkijkpost om daar de prooi op te eten. Behalve in de Beverkoog zijn zij ook wel eens te zien in de Vroonermeer, langs de sloot waar de heer Jan Smit zijn tulpen en kool kweekt, zelfs in de spoorsloot zijn zij waargenomen. Leuk om te vermelden over de ijsvogel is het feit, dat hij voorkomt op het wapensymbool van Willem de Zwijger, zijn wapenspreuk Saevis tranquillus in undis, wat het volgende betekent, rustig op de woelige baren, werd op veel documenten en penningen geïllustreerd met een ijsvogel op het nest. Gaai (Garrulus glandarius) De gaai is het kleurrijkste lid van de kraaien- familie en een bosbouwer bij uitstek. Deze vogel eet in de herfst en winter eikels, vaak kan men ze zien vliegen met een eikel in de snavel. Sommige eikels eet hij ter plaatse op, andere stopt hij in de grond als een eikeltje voor de dorst. Is de winter zacht, dan hoeft hij deze voorraad niet aan te spreken of misschien vergeet hij wel eens een vindplaats. In dat geval ontkiemen in het voorjaar de eikels en groeien zij uit tot boompjes. Ook eet hij wormen, insecten, noten en muizen, maar in de lente staan ook eieren en jonge vogels op zijn menu. De kleuren van de gaai zijn overwegend rozebaiin, de vleugel dekveren zijn blauw zwart gestreept, de stuit is wit en de staart zwart. Welluidend kan men zijn zang niet noemen, zij kunnen behoorlijk krijsen, maar heel verrassend kunnen zij heel melodieus prevelen en kwelen. Dit kunnen zij minuten lang volhouden, met hun kuif parmantig opgezet. 91

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2009 | | pagina 93