Een kruidenier verkocht nogal wat om het hoofd boven water te houden: suiker, erwten, bloem,
krenten, bonen (alles netjes afgewogen op de Berkel Patent snelweger en dan verpaken in
die bruine papieren puntzakken die aan een touwtje aan de balken van het plafond hingen),
tuitjes voor theepotten, kompen, flessen limonade, zakkennaalden, vingers voor het bollenpel-
len, etc. etc. En dat stond allemaal opgepakt in die winkel die niet groter was dan 3x4 meter...
Toch waren de inkomsten nog niet voldoende om het gezin van Jan van Zelm te kunnen
onderhouden en daarom was hij tevens agent voor de verzekeringsmaatschappij De Nederlan
den van 1845. Daarvoor ging Jan dan 's morgens om 5 uur al met de fiets naar Den Helder
om klanten te werven en zakte dan langzaam weer af richting Sint Pancras. Intussen deed
Ma de winkel.
Je kreeg wat zakgeld maar daar werd je niet rijk van. Soms (vaak) bv. op de woensdagmid
dag, kwam er een bouwer binnenlopen die dan aan moeder vroeg: 'Geertje, hè je d'r nog ien?'
Dan moesten we op het land planten aangeven e.d. voor f 0,50 per dag. Dat gaf je dan aan
moeders want elke cent was mooi meegenomen. Zo werkte ik bij Ko en Dirk Kieft, bij Venneker
en bij van de Woude, bij Arie Meerenboer, Jan Hes of bij Dirk Leijen die wel 1.000 koolplanten
per uur zette en dan even een sjekkie rookte en dan weer door ging, en anderen.
Dan kwam de oorlog en werd de school gevorderd door de duitsers en kreeg je soms les in
het gymlokaal.
Na de lagere school (jaren 40) moest je werken .en begon ik een seizoen bij familie in Wögnum
aan de grote Zomerdijk van april tot oktober. Je was dan volledig in de kost. Maandagmorgen
vroeg met de fiets er heen en zaterdagmiddag weer terug naar huis. Na dat seizoen 'akker-
student' vonden z'n ouders het tijd dat hij zich in het kruideniersvak ging bekwamen en ik
ging naar kruidenier Woerdeman in de Snaarmanslaan voor f 6,- in de week. Drie jaar lang.en
6 dagen in de week. van 's morgens 8 tot 's avonds 6 uur of wat later. Toen ik later mijn
diploma's haalde kreeg ik zelfs f 2,- extra.
Maar dat alles beviel Simon niet helemaal. Hij ging werken aan de Oosterweg in Bergen bij
de zusters Houtenbosch maar verdween er weer snel om op te duiken bij Albert Hein in
Alkmaar in de Langestraat. Chef Kok zag wel wat in hem en leerde hem veel. Je begon al vroeg
en dan ging de eerste bediende op de fiets in het dorp de bestellingen ophalen in Bergen en
moest je alles gereed maken. We hadden ook een rayonleider Rozema die wilde dat ik bleef
en zag mij later wel chef worden bij A.H. Maar toen ik vertelde dat er nog geen chef gezond de
50 had gehaald door lichamelijke klachten dan wel de kolder in de kop... was de liefde over.
Ik bleef er 1 jaar.
Intussen werd Simon 20. Albert Hein wilde hem toch graag houden en zag mogelijkheden om
onder de dienstplicht uit te komen. Maar dat wilde Simon dat helemaal niet want hij moest bij
Albert Hein veel te hard werken voor weinig geld. Dus Simon meldde zich in 1952 voor zijn
nummer in Ossendrecht en moest anderhalf jaar dienen. I loewel hij alleen kruidenierservaring
had kreeg Simon om wonderbaarlijke redenen soms landbouwverlof om thuis te helpen,
hoewel 'alle grond die zijn vader bezat alleen onder zijn nagels zat' aldus Simon)... Na 3 maan-