De uitslag van de stemming was:
voor eerste wethouder A. Brandsma: 8 en J. van Horick 3 stemmen
voor tweede wethouder P. Bakker: 7 en J. van Horick 4 stemmen.
Het voorstel van het college om de heer W. Jonker te Koedijk tot gemeentesecretaris te be
noemen werd met algemene stemmen aanvaard. Burgemeester Kroonenburg was blij met
deze benoeming, De nieuwe gemeente St. Pancras was groter dan de oude en de taak van
Burgemeester-secretaris zou voor hem te zwaar worden. Hij kende de heer Jonker van de ge
zamenlijke college-vergaderingen en had ervaren dat deze een zeer correcte en voor zijn taak
berekende ambtenaar was. Graag heette hij de heer Jonker van harte welkom in het Pancrasser
college.
Van 1972 tot 1988 fietste Jonker dagelijks van Koedijk, waar hij de ambtswoning van bur
gemeester Landman had gekocht, over het Daalmeerpad naar het in Sint Pancras staande
gemeentehuis. Gedurende een aantal jaren werkte hij in goede harmonie samen met burge
meester Kroonenburg totdat deze laatste door een verminderd gehoorvermogen werd gedwon
gen zijn ambt neer te leggen. Met de Kroonenburg opvolgende Burgemeester J. Bulte was de
samenwerking niet minder goed! Tijdens de collegevergaderingen hield hij zich op de achter
grond en mocht er iets aan de aandacht van het college ontsnappen, dan vroeg Jonker of er
wel aan dit aspect van de zaak was gedacht. Gebeurde het dat de leden van het college een
standpunt moesten bepalen en zagen ze wel een aantal voordelen maar evenveel nadelen, dan
vroeg men hem wel eens zijn zienswijze over deze zaak te geven. Eerlijk zei hij dit liever niet te
doen. Soms wees hij op bepaalde aspecten, die nog niet over de tafel waren gegaan. Ook gaf
hij wel eens zijn mening als lid van de Partij van de Arbeid.
Onlangs vroeg ik aan één van zijn vroegere naaste medewerkers op de secretarie om mij
zijn oordeel over secretaris Jonker te willen geven. Zijn antwoord was: Jonker was een integer
mens, door en door te vertrouwen. Iemand die zeer betrokken was bij de gemeente, hij was
deskundig zonder meer. Hij zorgde voor een goede geest onder het personeel. Van dit laatste
werd soms wel eens enig misbruik gemaakt. Indien hij dit merkte zou hij er wel een opmerking
over maken zonder die ander direct zijn vertrouwen te ontzeggen. Persoonlijk bewaar ik zeer
goede herinneringen aan de periode 1972-1987 toen ik met hem samenwerkte als wethouder
en waarnemend Burgemeester. Hij gaf waardevolle adviezen, bleef op de achtergrond, maar
was aanwezig als ik hem nodig had. Hij was iemand die niet naar boven likte en naar beneden
trapte.
Onlangs vroeg ik een oudere mijnheer in Koedijk of hij wist waar de familie Jonker woonde.
Zijn antwoord was: Welke Jonker Of bedoel je misschien de zoon van de gemeente-secretaris?
Dat is een eind verderop, ga die kant maar uit en vraag dat ginder aan elke oudere Koedijker,
die wijst je het zonder meer, want de secretaris Jonker herinneren we ons, ouderen nog zeer
goed.
Helaas dacht men in Den Haag in de tweede helft van de tachtiger jaren opnieuw aan een
gemeentelijke herindeling. Toen het enigszins zeker werd dat er een nieuwe herindeling op
komst was besloot Jonker om vervroegd uit te treden. Hij wilde niet nog eens de spanningen
en ergernissen meemaken van een gemeentelijke samenvoeging: Jongere en oudere collega's