De Burgemeester vertelde de wethouders dat hij het rapport van het Verificatiebureau met
de secretaris had besproken en beiden waren tot de conclusie gekomen dat een extra ambte
naar financieel niet haalbaar was. Hij wilde eens aan een naburige gemeente vragen of hun
financiële ambtenaar gedurende enige tijd in Koedijk een handje kon helpen. De secretaris
oordeelde dat men vooreerst in Koedijk geen tweede secretarieambte-naar nodig had. In een
volgende vergadering van het college kwam de Burgemeester met het voorstel om zoals dit
in meer kleine gemeenten gebeurde, ook hem het ambt van secretaris toe te vertrouwen. De
huidige secretaris van de gemeente was, zacht gezegd, niet zo jong meer. De man was aan zijn
pensioen toe. Met andere woorden: Nu was er de gelegenheid om voor weinig geld een prima
oplossing te vinden.
De raadsleden waren vrijwel eensgezind van mening dat de Burgemeester zijn handen meer
dan vol had aan zijn eigen taak en steunden dus zijn voorstel niet. Er kwam bij dat ze bang wa
ren - maar daar kwamen ze niet rond vooruit - dat de Burgemeester dan teveel macht kreeg
en dat was iets dat ze beslist niet wilden. Uiteindelijk werd besloten per advertentie sollicitan
ten op te roepen voor de betrekking van secretarieambtenaar in Koedijk. Van de sollicitanten
werd verwacht dat dezen de voor dit werk benodigde kennis bezaten en in een soortgelijke
betrekking reeds enige ervaring hadden opgedaan.
De advertentie leverde twee sollicitanten op. De eerste viel meteen af: hij was in zijn vorige
gemeente ontslagen wegens onzedelijke handelingen. De andere brief kwam van een in Graft
werkende ambtenaar. De Burgemeester wist de wethouders te vertellen dat hij enige inlich
tingen uit Graft had gekregen: deze sollicitant stond daar heel goed aangeschreven en van de
Burgemeester van Graft had hij gehoord dat deze man een bekwaam ambtenaar was. Verrijkt
met deze kennis besloot het college die mijnheer over vier dagen 's avonds om half acht in
Koedijk te ontbieden ter kennismaking en bespreking van zijn salaris en eventuele vooruit
zichten. (21 januari 1958)
De kennismaking vond niet plaats op de door B. en W vastgestelde tijd. De heer W. Jonker
Jonker uit Graft had zijn sollicitatie ingetrokken... Waarom? Naar later bleek omdat hij had
vernomen dat de onderlinge verstandhouding op de Koedijker secretarie slecht was.
Een paar voorvallen uit die tijd kunnen dit verduidelijken:
- Aan het einde van een B.enW-vergadering, tijdens de rondvraag, wees de Burgemeester op
het feit dat verschillende besluiten van het college niet tijdig werden uitgevoerd. De brief over
het bouwrijp maken van de grond was de druppel die de emmer deed overlopen: Hij had
ontdekt dat dit belangrijke bericht in de secretarie op de lange baan was geschoven, nee
erger nog, er was helemaal niets aan gedaan. Daarom had hij het maar overgenomen en had
hij zelf die brief geschreven.
Hij eindigde dit verhaal met de boodschap: 'Ik kan me als Burgemeester niet verenigen met
deze gang van zaken.'
De secretaris verdedigde zich met de woorden: 'Ik kan niet alles alleen en tegelijk doen.'
- G.S. berichtte het gemeentebestuur van Koedijk dat men op het Provinciehuis te Haarlem
had ontdekt dat voor de berekening van het salaris van de Koedijker burge-meester een