voor die tijd bijzonder was! Vla, yoghurt, van
die hele dikke, die je uit de fles moest slaan,
heerlijk! En niet te vergeten 's zomers een ijs
je. Soms mochten we helpen met de verkoop
ervan. Het ijs kwam in ronde rechtopstaande
staven. Je legde er dan een wafeltje bovenop,
sneed er met een breed mes een plak af,
legde een tweede wafeltje aan de onderzijde en
Klaar-was-Kees.
Groot was mijn verdriet, toen Ina met haar
hele familie naar Australië vertrok. Ik stond ze
snikkend op de kade uit te wuiven. Wie had
toen kunnen bevroeden, dat ik ongeveer vijftien
jaar later zelf op een boot zou stappen. Tijdens
mijn lagere schooltijd zaten klassen, vier/vijf en
zes in één lokaal. Ik was het enige meisje in mijn
klas. Wanneer klas zes ging schoolzwemmen
(in die tijd gingen we naar Alkmaar) mocht ik
met hen mee!
Jeanette de Pee en Ina Roos
Naast de school was de gymnastiekvereniging SSS voor mij erg belangrijk. Sport was zelfs zo
belangrijk dat ik later serieuze plannen kreeg sportlerares te worden. Vooral de uitvoeringen
in Café Bouwstra staan me nog heel goed bij. Op het toneel had men in het plafond
diagonaal de ringen opgehangen. Zo slingerden we dwars over het toneel, van de ene hoek
naar de andere. Soms voerden, in het wit gekleed en op muziek ritmische oefeningen uit
met in zilverpapier gehulde knotsen. Tüssen de bedrijven door werden er vóór het gordijn
toneelstukjes opgevoerd. Mijn vader schreef een script voor drie personen. Ik was de directrice
van een middelbare school, mijn zus Engelien was een moeder die met haar dochter
(Nine Tol) bij de introductiedag verscheen. Zowel moeder als dochter spraken puur West-Fries',
wat voor de nodige hilariteit zorgde.
Toen kwam de beslissing, naar welke middelbare school te gaan. Mijn broer Leo deed de HBS,
broer Jaap de 'Handelsschool'. Samen met meester de Ruiter werd er voor de HBS in Alkmaar
gekozen. Ook mijn schoolvriendje Bram Kout wilde naar de HBS. Samen werden we voor het
toelatingsexamen klaargestoomd. We presteerden op het schriftelijke examen te weinig en
moesten beiden voor een mondeling examen terugkomen. In de weken tussen de examens
werd ik gestationeerd bij mijn oom en tante in Halfweg om daar nog het nodige op te steken.
'Oom Gerrit' was zelf hoofd van de school. Mijn programma was strikt. Als oom naar school
ging, moest ik in een klein kamertje mijn lessen bestuderen. Dat jaar zou de schoolreis, heel
26