98 Dat was een brede goot die tussen de buitenmuur en de deelvloer liep. De koeienmest werd met de kruiwagen op de mestbult gegooid en in het voorjaar met de driewielwagen met paard op het land uitgereden. Die grond werd dan bar vruchtbaar. En het barstte dan ook van de weide vogels. Heel vroeg zag je toen de tureluur, de kieften en de grutto, vogels die nu hier practisch zijn verdwenen. De natuur was heel mooi, en de mens leefde er mee. Maar het kon nog beter en vooral efficiënter. Vanaf de jaren zestig kwamen de koeien terecht in een aparte schuur, de ligboxenstal. De grote midden ruimte heeft als vloer een rooster, waaronder in een gierkelder de koei enmest wordt opgevangen.Langs de zijkanten zijn schotten geplaatst, de boxen. Daarin liggen de koeien op bv. rubberen matten of op stro of hout krullen. De bewegingsvrijheid van de koe is veel groter geworden. Ze staan nu niet meer vastgebonden. Tegenwoordig is mest echter een groot probleem geworden.Waar moet de boer met zijn enorme hoeveelheden mest naar toe? Mestproductierechten, verplaatsing, uitrij-perioden, mestboekhouding enz. Een ingewikkelde en ondoorzichtige wirwar van mestregels, waarvan het einde nog niet in zicht is nu ook Brussel zich er mee bemoeit. Om verzuring van het milieu tegen te gaan moet de boer tegenwoordig de mest opslaan in tanks die aan strenge eisen moeten voldoen. Dat kost geld. Op bepaalde tijden mag hij de mest over zijn land uitrijden, maar dan alleen bepaalde hoeveelheden per hectare en met een mestinjector. De mest mag dan uit sluitend in sleufjes van maximaal 5 cm breed in de grond worden gebracht. Het mag niet meer zichtbaar op de grond blijven liggen. Ook kan de boer zijn mest nog via de mestbank verhande len En het gebruik van biogas als bijpro duct van de mest in de gierputten mag al lang niet meer worden gebruikt. Een groep stilletjes.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2005 | | pagina 102