III
De bedoeling van het testament was duidelijk. Maar het kon niet letterlijk worden
uitgevoerd, omdat enkele jaren eerder, bij een gemeentelijke herindeling, de
gemeente Koedijk was opgeheven. Omdat toen het grootste gedeelte van het
Zuideinde bij St. Pancras was gevoegd werd overeen gekomen dat St. Pancras zich
met de uitvoering van het testament zou belasten met de aantekening dat de
Zuideinders, die aan de andere kant van de spoorlijn woonden en die bij Alkmaar
waren gekomen, indien ze m aanmerking kwamen voor ondersteuning uit het
Leyenfonds, die ook inderdaad zouden krijgen.
Omdat het Kossenfonds en het Leyenfonds grote overeenkomsten vertoonden,
werd na inwinning van deskundig advies, besloten beide fondsen onder te brengen
in één stichting, die de naam zou dragen "Kossen - Leyenfonds". Het werkgebied
van dit fonds was de toenmalige gemeente St.Pancras (van Twuyverweg tot de
spoorlijn) het Alkmaarse deel van het Zuideinde.
Bij die gelegenheid werd het stichtingsbestuur uitgebreid met een R.K geestelijke,
die in het Zuideinde werkte en iemand, die goed bekend moest zijn met de
omstandigheden van de inwoners van het Zuideinde.
Op 12 juni 1910 zag Jan van Graf! te Oterleek het levenslicht.
Zodra zijn benen hem konden dragen, scharrelde hij rond op de boerderij van vader
Klaas
Later kwamen de Van Grafts in St. Pancras te wonen. Aanvankelijk op een
boerderij aan de Achterweg.
Erg gelukkig was Jans jeugd met.
Toen hij driejaar oud was, stierf zijn moeder.
Vader Klaas wilde graag dat Jan evenals hij in de agrarische sector zou gaan
werken. En dat was nu het laatste waarin Jan zin had, het landleven trok hem niet,
integendeel.
De plannen van zijn vader maakten dat Jans jeugd er niet vrolijker op werd.
Met zijn tweede moeder, Ma Bakker, had hij het getroffen. Beter dan zijn vader
begreep ze dat er in Jan geen boer stak en zij wist het voor elkaar te krijgen dat Jan
na de lagere school de ambachtsschool ging bezoeken.
115