Deze brief werd geschreven na afloop van de Engels - Russische invasie.
Uit de zin:
In een andere brief aan het Departementaal Bestuur verschaft De Smet ons
enige gegevens over de financiële toestand van de kerk.
Hij schreef daarin ongeveer het volgende
St. Pancras 15 nov. 1800
In uw missive dato 30 okt 1800 nr 1 vraagt u uit wat voor goederen de le
raar wordt betaald. En wat de voorzanger kost
De gereformeerde kerk heeft 3 rentebrieven ten laste van het Gemene Land
waarvoor jaarlijks ƒ61.- wordt uitbetaald door de burger Ruysch van het
Cornntoir te Alkmaar.
Efiervan ontvangt de predikant f 50,-.
De rest van zijn traktement wordt door het Gemene land betaald
De overgebleven ƒ11,- van de rentebrieven wordt aan de koster en voor
zanger betaald voor zijn werk tijdens de kerkdiensten.
We keren hier niets uit voor pensioenen van predikanten en hun weduwen.
Kindergeld wordt betaald door 't Gemene land,, thans voor twee kinderen
60,-
Van Koedijk werden enkele gemeentelijke jaarrekeningen uit die tijd be
waard.
Daaruit blijkt dat de gemeente toen 3 huizen bezat:
1 - het raadhuis met de school en schoolhuis
2 - het bullopershuis
3 - het vroetvrouwshuys
"dat gemeld huis weer in een bewoonbare staat zou worden gebracht
zou afgeleid kunnen worden dat de pastorie van St. Pancras net als die van
Koedijk te lijden heeft gehad van het oorlogsgeweld
Tegenwoordig zou men Ruysch een belastinginspecteur en ontvanger noemen - hij betaalde ook
de rente van de Staatsleningen uit)
(dit streek schoolmeester /secretaris/koster/voorzanger Peter de Smet dus op.)
93