Daarom werd aan iedere kerk gevraagd twee betrouwbare lieden aan te
wijzen Ieder tweetal moest kerk en pastorie naar waarde schatten
Dit werden de burgers Jacob A. Pater en Jan Sleeper vanwege de R K
kerk en Egbert W. Brink en Gerrit Schagen voor de Gereformeerde
kerk
De Katholieke schatters kwamen tot de slotsom dat de kerk met kerkhof
pastorie met tuin rond 500,- moest kosten De Gereformeerden kwamen
tot een belangrijk lager bedrag, namelijk 150,-
Het verschil kan worden verklaard door te zeggen dat de Katholieken bijna
in de positie van eigenaar/ verkoper waren en de Gereformeerden moesten
betalen.
De Municipaliteit stelde zich op het standpunt dat een gemiddelde prijs van
300,- aangehouden moest worden met de bepalingen
a - de kerktoren en de kerkklok waren niet bij de taxatie inbegrepen,
want de Staatsregeling bepaalde dat deze plaatselijk eigendom be
hoorden te blijven.(kerktorens werden gebruikt voor uitkijkposten en de kerkklok
was van algemeen belang.)
b - de preekstoel en kerkbanken en stoelen waren eigendom van de ge
reformeerden
c - de nieuwe eigenaar moest toestaan dat in de kerk de grondvergade
ringen zouden worden gehouden. een grondvergadering was een bijeen
komst van alle stemgerechtigden uit een district en vaak werd er tijdens de vergadering
gestemd.
De Municipaliteit kwam tot het volgende standpunt:
Omdat het R K. genootschap verreweg het grootste is in ons dorp zou de
ze het kerkgebouw met de pastorie kunnen naasten
Maar de Katholieke gemeenschap heeft een zeer schone kerk voor het hou
den van haar godsdienstoefeningen en een pastorie als woonruimte voor
haar leraar
Daarom stelt de Municipaliteit voor de betrokken kerk toe te kennen aan de
Gereformeerden Dezen moeten dan wel aan de Katholieken een vergoeding
betalen.
Vervolgens werd geredeneerd er zijn 137 en 96 233 gegadigden
89