Om enig begrip te krijgen van de grootte der schade enkele prijzen uit die
tijd:
Een goed arbeidersweekloon 5,-
Een goed paard kostte ƒ110,- - een hokkeling ƒ10,-
een schaap 5, - een vet varken 18,- een kip 0,50
Vóór 1795 leverden achtereenvolgens drie geslachten Diepsmeer in Koe
dijk de schout Vermoedelijk behoorden zij tot de Oranjegezinden, want
Pieter Pietersz Dieosmeer werd in 1795 uit ziin ambt ontzet 'als lid der
oude familieregering".
Schoolmeester Jan Muntjewerf nam zijn baantje over en fungeerde tegelijk
ook als secretaris. In later jaren ging chirurgijn Abraham Maats niet alleen
over de gezondheid der Koedijkers waken, maar deed hij dit als schout ook
over hun veiligheid Daarnaast was hij nog secretaris, (gegevens J.P.Gcus)
In 1799 werd Jan Schellinkhout te Oudoro niet alleen als schoolmeester
betaald, maar kreeg hij daarnaast 20,- als schout, 18,- als secretaris en
f 12.- als bode.
1795
Nadat ze de Patriotten in het zadel hadden geholpen waren de Franse le
gerleiders van mening dat hun troepen hier voorshands maar moesten blij
ven. omdat anders de Bataafse vrijheid wel eens van korte duur zou kunnen
zijn Een ander argument was dat Frankrijk aan de overkant van de Noord
zee een vijand had in Engeland en het dus voor de verdediging van Fran
krijk raadzaam was ook hier een leger paraat te hebben.
Vandaar dat Alkmaar 1200 Franse soldaten binnen zijn poorten kreeg. En
deze militairen moesten ergens onderdak worden gebracht Aanvankelijk
werd de meest voor de hand liggende oplossing gebruikt: inkwartieren bij
de burgers. Spoedig bleek dat dit voor armere mensen een ondraaglijke last
betekende. Daarom werd besloten om de Latijnse school en de Doopsge
zinde kerk te veranderen in kazernes. In grote haast werden een aantal krib
ben gemaakt.
80