Iemand uit Bergen zag in de 'na-oorlogse dagen' dat zijn paard, dat hij tij
dens de oorlogshandelingen was kwijt geraakt, te Alkmaar bij de door de
Bataafse soldaten veroverde buit stond Graag wilde de man ziin paard te
rug, maar bewi]s dan maar eens dat ie de rechtmatige eigenaar bent.
Enkele personen, wonende in het Woud bij Bergen verklaarden schriftelijk
"dat zij zeer wel kennen het zwarte lang staart merrie paard zijnde fijn van
kop en hebbende in de staart een wit of grijsachtig vlokje" dat zich tussen
de andere paarden van de Bataafse artillerietrein bevindt od de stalling aan
de Laat even voorbij de Jodenkerk. Dit Daard is tijdens de aanval der En
gelsen door Engelse militairen uit het weiland met geweld meegenomen".
Uit de Zijpe werd aan het Departementaal bestuur gemeld:
En de schade bedroeg
Zodra de rust in het gewest was terug gekeerd begonnen de schade-formu
lieren bij het Departementaal Bestuur binnen te stromen.
De meeste plaatsen meldden een totaal bedrag per inwoner.
De inwoners van Wimmenum deden dit gespecificeerd Omdat dit enig in
zicht verschaft waaruit de schade bestond (voor de inwoners uit de omrin
gende dorpen zal dit ongeveer hetzelfde zijn geweest) hieronder de opgave
van iemand uit Wimmenum:
2 koeien
140,-
huisraad
199,-
20 schapen
120,-
aan geld
30,-
4 varkens
88,-
10 ton aardappelen
50,-
4 vaarse 3 pinken
80.,-
100 pond boter
50,-
1 paart
50,-
15 kaasen
60,-
7 sak erwten
84,-
hooy en stroo
50,-
20 zak boone
100,-
Een andere inwoner van Wimmenum declareerde:
3 bedde met toebehoore 85,-
vrouw en manskleere 50,-
goud en zilver 118,-
166
Zijpe - Gerequireert en niet terug gekeerd 75 paarden totaal f 7667.-"
f
totaal
1021,-