Of men verlicht adem haalde toen het Engels - Russische leger weer was
ingescheept, moet betwijfeld worden Men was bij lange na nog niet uit de
problemen, want er was bittere armoe om niet te zeggen honger en dat,
terwijl de winter nog moest beginnen
Enkele geluiden
Reeds op 30 oktober, het invasieleger was nog niet eens ingescheept, kwam
uit Schoorl het bericht dat de meeste huizen leeg stonden, de bewoners
waren voor het oorlogsgeweld gevlucht.
En de weinige nog overgebleven huishoudingen hadden het bitter arm en
geen voedsel in huis. De Municipaliteit van Schoorl vroetï het Departe
mentaal Bestuur deze mensen brood en vlees te verstrekken en tegelijk
vroegen ze dit ook te geven aan de nog in Groet aanwezige burgers. Hun
Municipaliteit was ook gevlucht en die van Schoorl trok zich ook het lot
van deze mensen aan.
Uit Schermerhorn kwamen dezelfde geluiden als uit Schoorl
Op 22 november werd uit Koedijk gemeld dat de inwoners door de oor
logsrampen zo waren verarmd dat ze ondersteund moesten worden uit de
armenkassen. Daarin was bij lange na niet genoeg aanwezig om aan alle
nood te voldoen. De vraag van Koedijk was: Departementaal bestuur, wilt
U de zorg voor 40 verarmde gezinnen met totaal ongeveer 100 personen
(waarbij twee kinderen voor één persoon werden gerekend), op U nemen
Op 5 december kwam uit St. Pancras een brief, waarin werd verteld dat
tengevolge van de oorlogsrampen er grote nood was ontstaan en men vroeg
ook daar om van hogerhand aan de armen porties brood en vlees te ver
strekken.
Steeds antwoordde het bestuur op deze verzoeken: Verstrek zo spoedig
mogelijk nadere gegevens van de betrokken gezinnen en vermeld vooral de
leeftijd van hen.
Bij de uitdeling moet U er op toezien dat zonder aanziens des persoons
wordt gehandeld en dat de bedeling op de juiste plaats komt.
156