Of een waard of iemand anders hen had afgeluisterd of argwaan had gekre
gen - of dat ze werden verraden - of dat Giesz een dubbelrol speelde, het
is niet aan het licht gekomen.
De patriot en lid van het stadsbestuur van Enkhuizen Bernardus Blok, stel
de onmiddellijk vast, vooral wegens de in beslag genomen brief, dat beide
heren verdacht moesten worden van hulp aan de vijand en in verzekerde
bewaring moesten worden gesteld.
Blok was echter bang voor relletjes, opstootjes en wat dies meer zij, Enk
huizen was altijd Oranjegezind geweest en de stemming van de meeste in
woners was beslist anti-Frans.
Blok bedacht voorts dat weliswaar de stad in staat van beleg was, maar er
was geen militair garnizoen aanwezig om indien nodig, in te grijpen. Hij had
slechts een klein aantal ongeoefende Burgervrijwilligers beschikbaar om de
orde te handhaven en deze mensen beschikten niet over de benodigde wa
pens. Voor de rust in de stad en de veiligheid van het land leek het Blok
daarom beter toe deze zaak over te doen aan "De Hooge Krijgsraad" te
Alkmaar.
Op 18 september moest Zeeger Davidson in Alkmaar een eerste verhoor
ondergaan.
Op de 19c september vond de slag bij Bergen plaats en was Alkmaar in rep
en roer. Vermoedelijk liet men daarom de zaak enige dagen rusten.
Op de 24c was er een tweede verhoor. Werd zes dagen eerder Zeeger alleen
verhoord, tijdens het tweede verhoor werd hij samen met Giesz onder
vraagd en moest iedere vraag eerst door Gies en daarna door Zeeger wor
den beantwoord. Dit maakte het voor Zeeger veel moeilijker om bepaalde
zaken te ontwijken of te ontkennen.
De volgende dag werd het vonnis uitgesproken. In het kort behelsde dit het
volgende:
Zeeger werd schuldig bevonden aan een misdadig opzet, namelijk hulp aan
de Vijand, die het goede Vaderland was binnen gedrongen met zeer kwalij
ke bedoelingen, een Vijand die zich schuldig maakte aan de ongehoordste
gruwelen van roof, moord en verwoesting.
152