Davidszoon uit Venhuizen, gerechtigd was om voor het Engelse leger te
kopen:
hooi voor een prijs van 23,- per 1000 pond voor welke prijs het op 17
september a s. afgeleverd moest worden in Oudesluis,
rogge voor 12,- per zak van 150 pond
haver voor ƒ11,- per zak van 150 pond.
In de brief garandeerde de opdrachtgever dat bij aflevering van de goederen
deze direct zouden worden betaald.
De brief was gedateerd op 14 sept. 1799 te Medemblik en getekend door
W. Baron van Ungerenstein.
Vlak nadat dit gebeurde, misschien nog wel in aanwezigheid van de Duitser,
ontmoette Zeeger in "DE VALK' een zekere Wilhelm Giesz.
Met hem besprak hij zijn pas ontvangen opdracht en vervolgens besloten
Zeeger en Giesz, (op voorstel van Giesz naar Enkhuizen te gaan.
Met de chais van Zeeger reden ze daar naar toe.
Bij de poort van Enkhuizen werden ze staande gehouden en vroeg de wacht
waar ze vandaan kwamen. Niet verwonderlijk deze vraag Het gonsde van
de geruchten over Engelse spionnen, Franse soldaten waren nergens meer te
oekennen, het gebied lag dus open en het Departementaal bestuur had kort
geleden gewaarschuwd vreemdelingen goed in het oog te houden, loge
menthouders moesten dagelijks de namen van de gasten te noteren en voor
al het oor te luisteren te leggen naar hetgeen dezen vroegen of zeiden.
Op de gestelde vraag antwoordde Zeeger: "Uit Hoorn".
Of hij gebruik maakte van deze leugen omdat in en rond Medemblik de
Oranje-mensen in die dagen nogal actief waren (Nadat hij gevangen was
genomen werd hier wel naar gevraagd, maar gaf hij op deze vraag geen
duidelijk antwoord).
In de stad reden ze naar de herberg 'DE ROSKAM'.
Daar vroegen ze een aparte kamer en hier kwam Zeegers opdracht te voor
schijn.
Ze waren deze nog aan het bespreken, het papier lag open en bloot op tafel,
toen ze werden overvallen door twee gewapende mannen. Davidson en
Giesz werden beiden gearresteerd, de brief werd als belastend materiaal in
beslag genomen.
151