De invasie mislukt
Op zondag 6 oktober vond de slag om Castricum plaats.
Na een dag van hevige gevechten moesten de Engelsen en Russen enig ter
rein prijsgeven en verschansten ze zich in de duinen rond Egmond
Omdat de aanvoer bij de Frans-Bataafse troepen beter en gemakkelijker
kon plaats vinden en York van mening was dat zijn mannen in hun nieuwe
stellingen minder goed uit de voeten konden, werd zodra het op de avond
van 7 oktober donker was, bij stromende regen het bevel tot de terugtocht
gegeven Begrijpelijk was dat het Engels-Russische leger op het onbekende
terrein met voornamelijk onverharde wegen er niet overal evengoed in
slaagde om dit vlekkeloos te laten verlopen
Hun tegenstanders maakten evenwel niet direct gebruik van de nu voor hen
ontstane voordelige positie. Misschien werden ze het verkeerde been gezet
door de vuren, die waren aangelegd bij de verlaten posities.
Te Alkmaar was de terugtocht reeds eerder begonnen.
Men vertelde daar dat de Prins, nadat hij had gehoord dat het met de slag
om Castricum minder goed was afgelopen, de Waagtoren had beklommen
en dat deze, nadat hij had gezien dat 'zijn' legers terug moesten trekken,
met tranen in de ogen beneden was gekomen.
s Middags om twee uur vertrokken de Prins en York reeds per rijtuig in
noordwaartse richting uit Alkmaar.
Hierna verlieten sloepen en kanonneerboten de stad gevolgd door in allerijl
gevorderde schuitjes, die bij het Waagplein eerst vol geladen waren met
vrouwen, zieke militairen, bagage en levensbehoeften.
In de loop van de middag werd te Alkmaar met trommelslag bekend ge
maakt dat iedereen een brandende lantaarn voor zijn woning moest plaatsen
en deuren en vensters goed gesloten houden om inbraak en plundering te
voorkomen.
Even later begon het leger de stad te ontruimen en het duurde niet lang, of
de Langestraat werd verstopt door kruitwagens, artillerietreinen, wagens
met kermende gewonden en dat alles onder geleide van dronken soldaten,
die bij gebrek aan water tot de rand gevulde glazen met jenever en brande
wijn dronken.
148