De aanval langs de duinkant vorderde het snelst. Na zware gevechten was het Engels-Russische leger 's middags om 3 uur tot Bergen gevorderd en even later werd zelfs in Egmond zwaar gevochten. Brune en Daandels, bang dat ze zouden worden omsingeld, besloten terug te trekken Brune ging achterwaarts tot Beverwijk, Daandels trok in de richting van Purmerend - Monnikendam. De volgende dag ,3 oktober, was er 's middags om 2 uur geen Frans- Bataafs soldaat meer ten noorden van Alkmaar te zien. Op dat tijdstip ver liet ook de Franse achterhoede de stad en trok zuidwaarts. Alvorens te vertrekken bracht de bevelvoerende commandant de sleutels op het stadhuis met de woorden: "De poorten zijn tot nader order gesloten, net zo is het met de omhoog getrokken bruggen." En hiermee bezorgden ze de Alkmaarse bestuurders een probleem De Fransen verlieten ons, wat te doen als de Engelsen komen Toen er enkele Engelse soldaten bij de Friese poort verschenen liet een Oranjevriend de brug neer en opende de poort. De dragonders gingen daar op naar het stadhuis en vertelden dat vermoedelijk diezelfde dag nog een Engels leger Alkmaar binnen zou trekken. De aanvoerder van de Engelse verkenners wekte het stadsbestuur op om niet met dwars hout te gaan gooi en, maar in plaats daarvan alle mogelijke medewerking te geven. Zijn bood schap was: Laten we voor een goede verstandhouding zorgen werk mee, doe de poort open en zet de vlag op de toren. Onze troepen hebben de op dracht om alles contant te betalen. Verder zei hij dat er in Alkmaar een gewapende burgermacht was en dat deze reeds de wapens had neergelegd, maar hij verzocht hen voorlopig de orde in de stad te handhaven. "Wat moesten we zeiden de patriottische bestuurders. Er was een over macht dus kozen we maar eieren voor ons geld om de burgers te bescher men zetten we de oranjevlag op het stadhuis Een Engelse schrijver vertelde later: De poort was open en in de stad was het één zee van Oranjevlaggen. Een klokkenspel speelde 'God save the 142

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1999 | | pagina 146