risten eene verbazende beweging en vlugt, met geschreeuw dat men door
den vijand overvallen en omsingeld was.
In den grootsten wanorde tot aan het hooftkwartier van den Luitenant-
generaal Daandels geloopen, werden zij door een bataljon van de 5e hal
ve brigade, (met den meesten spoed onder de wapenen gebragt), tegen
gehouden, verzamelt en in hunne stellingen teruggeleid, maar desalniet
temin waren eenige reeds naar Alkmaar doorgedrongen, die den angst
kreet aldaar aan het wagenpark overbrachten
Opperbevelhebber Brune maakte later over dit voorval de nodige heisa en
verweet de Bataven dat ze lafaards en verraders waren.
Zo goed men kon, werd uitgezocht wie de aanstichter was geweest. Er
werden drie personen gearresteerd. Eén van hen, een sergeant, werd als
hoofdschuldige aangewezen en kreeg van de krijgsraad de doodstraf.
Een tijdgenoot schreef: 'dit vonnis is naar wij menen bij de Driesprong vol
trokken'. Welke Driesprong dit was, schreef hij er niet bij
De reeds eerder geciteerde stafofficier van Brune meldde omtrent de paniek
op de avond van de tiende september:
120
's Avonds heerste er een verschrikkelijke verwarring hij de troepen
van Daandels. In Oudkarspel en Noord Scharwoude ontstond het ge
rucht dat de Engelse cavalerie in aantocht was en dat ze alles neersa
belden wat ze tegen kwamen.
Soldaten vluchtten - lieten hun stellingen en kanonnen in de steek en
maakten dat ze wegkwamen. In hun haast om uit de voeten te komen
gooiden ze hun geweren en ransels weg. In plaats van pogingen te
doen om de vluchtenden tot staan te brengen, namen ook de officieren
de benen, de wanorde en verwarring nog groter makend. Niemand
deed een poging om de vluchtenden tot stilstaan te brengen en de
chaotische troepen te hergroeperen.
Gelukkig waren de legers van Daendels en Dumonceau gescheiden
door een stel sloten en bleven die van Dumonceau onkundig van de
angst van Daendels troepen, anders was de ramp compleet geweest.
Indien er maar een handjevol Engelsen op waren komen dagen, dan
hadden ze de hele zaak zo kunnen oprollen.