86
aan de luiken was volstrekt niet merkbaar dat er van eenig scherp werk
tuig gebruik was gemaakt; vermoedelijk is de grendel niet al te secuur ge
sloten geweest, zoodat het openen der luiken, die overwegend goed aaneen
sloten en niet gemakkelijk open te krijgen waren, voor de inbrekers weinig
bezwaar schijnt opgeleverd te hebben;
uit de voetstappen in het tuintje voor de bestolene woning aanwezig zou
ik afleiden, dat er twee personen zijn bezig geweest: wij vonden er afdrukken
van een groote en een kleine voet;
voor het raam lagen eenige afgebrande roode Zweedsche luciferhoutjes.
In de woning van de ruim negentig jarige stokdoove bestolene sprak ik
daarop met haren bij haar inwonenden zoon Klaas Smit, zonder beroep, oud
52 jaren, die mij verklaarde dat noch hij, noch zijn moeder, noch de dienst
bode - zijnde deze drie de eenige bewoners - in den nacht eenig onraad
hadden bespeurd, maar dat bij het opstaan de dienstbode bemerkte, dat het
poortje in het hekje om de woning, openstond, dat anders altijd dicht is.
Bij nader onderzoek bleek toen dat de inbrekers gebruik hadden gemaakt
van een petroleumlamp in de kamer aanwezig, die niet op haar plaats stond
maar op de vloer midden in de kamer, waar ook luciferhoutjes van dezelfde
soort als buiten, omheen lagen.
Verder bleek dat de naald van het kabinet was afgebroken, waardoor
toen eene deur gemakkelijk te openen was en blijkbaar met een scherp
werktuig is opengemaakt, de andere deur was nog op slot; eene lade uit dat
kabinet was er uit gehaald en daaruit zijn ontvreemd eene portemonnaie
waarin een bankbiljet van j 10,- en eenig handgeld, ongeveer tot een be
drag van 10,-
een zwart lederen portefeuille waarin geen geldswaarde, en verder eenige
bankbriefjes, gewikkeld in een grauw papier, samen naar gissing ongeveer
1500,- en nog 2 bonte buultjes waarin f 200,- aan handgeld; in het eene
f 175,- aan rijksdaalders, in het andere 25,- aan enkele guldens.
In diezelfde lade was nog aanwezig een grauw papier, waarin twee
briefjes van f 60,- en twee van f 40,- die niet door de dieven zijn medege
nomen.
In het kabinet bevinden zich verschillende doozen en doosjes, waarvan
bleek dat maar een enkele geopend is geworden: In één ervan bevonden zich
kostbare gouden en bloedkoralen voorwerpen, die schijnen niet aangeraakt
te zijn.