't Kantbeugeltje en de slaanraak en flap trekke met de toogelhaak Wie z'n heer zit nag in de tis en wie heb 'r nag last van de kouwe pis Wie maakt er nag een wurveltje of hakt 'r een boit en wie loopt nag in een haampie voor de oit. Wie weet 'r nag van trappelklompe en van hutte en boffers, heerkoeke en platters en grutte Van doppieskroös en azolla in een zaksloöt en een modderman en een hootemetoót En welke ouwe moid weunt er nag op de skeipewoid, En wie weet 'r nag van een druul en een Aartje en een skarminkel en een skartje Het doet me zeer, maar 't is een foit, 't is allemaal verleden toid Mar weet je wat ik 't allermeiste mis dat is de stilte, die d'r niet meer is Dit gedicht werd op de ledenvergadering voorgelezen. Gevraagd werd het in de Klin te publiceren. De schrijver Bram Wagenaar gaf hiervoor toestemming We probeerden het weer te geven zoals het behoort.. Dit was niet gemakke lijk want wie weet 'r nag van het echte mooie plat Westfries 82 omkijken naar en van Maarten Kloosterboer, Henk Kuiper, Klaas Bakker, Kees Goezinne Klaas Troostheide, Jaap (D) Kloosterboer, Rinus Turkstra.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1998 | | pagina 86