zig Cornelis de Wit, schipper te Sint Pancras
Deze Cornelis de Wit werd op 19 januari 1843 door Cornelis de Vries in zijn
testament benoemd als zijn enig en algeheel erfgenaam. Marijtje Gerrits
Schouten, moeder van Cornelis de Wit, kreeg het vruchtgebruik van de na
latenschap toegewezen. Zij woonde samen met haar man Jan de Wit in het
huis van de dokter die verder kennelijk geen familie had
Cornelis de Vries wist als medicus dat zijn einde nabij was en wilde daarom
met de verkoop de bedragen van 500,— die hij schuldig was aan tabaksver
koper Hermanus Helling en aan apotheker Johannes Schut, beide te Alkmaar
woonachtig, voldoen.
Bij de verkoop van de desbetreffende onroerende goederen, die in de ge
meente Sint Pancras waren gelegen, was de voorwaarde opgenomen dat
Klaas Duif met de koopsom van 1000,- de hypothecaire schulden aan beide
genoemde schuldeisers zou overnemen. De onroerende goederen bestonden
uit bouw- en weiland en een huis en erf aan de Benedenweg genummerd 17,
53
Het linker kaartje is een vergroting van een stukje van de op blz. 39 weergegeven kaart.
Op het rechterkaartje is aan de overkant van de veert op perceel 1081 de werkplaats getekend van
hellingbaas Van der Werff.